Via Australis, Follow up 3 - Reisverslag uit Daly Waters, Australië van Siep en Sieta - WaarBenJij.nu Via Australis, Follow up 3 - Reisverslag uit Daly Waters, Australië van Siep en Sieta - WaarBenJij.nu

Via Australis, Follow up 3

Door: Siep

Blijf op de hoogte en volg Siep en Sieta

20 Mei 2015 | Australië, Daly Waters

Via Australis, follow up 3

"Cape Crawford", Carpentaria Highway, 19 mei 2015.

We komen aan de praat bij de ontdekking en bewondering van een kleurige guana, een soort hagedis, die 35 cm lang op een boomstam zit, vlak in de buurt van onze camper.
Hij is een kleine, maar zwaarwichtige Australiër, die we al diverse malen vriendelijk gegroet hadden.
Hij sjouwde vaak op en neer naar het sanitair-gebouw met een klein, druk kletsend jongetje achter zich aan. Zij liep bij hun tent op en neer met een baby op de arm, strak achterover gekamd krulhaar, te stevig gebouwd. Zoals heel veel Australiërs!
Zij waren de tent op deze zondagmiddag aan het oppakken, geholpen door twee tanige puberjongens.
Zij had ons Nederlands horen praten en sprak ons tot onze verrassing in het Nederlands aan. En dan is het al gauw "about the origin of species"
Ze was geboren in Rotterdam, waar haar vader werkte voor de Shell. Op een gegeven moment werd hij in Maleisië gedetacheerd. Het gezin ging mee. Zij wilde op 18- jarige leeftijd in Nederland gaan studeren, maar haar Nederlands was te slecht voor die studie.
Haar levensreis bracht haar toevalligerwijs naar Australië, waar ze deze gescheiden man tegen het lijf liep. Ze wonen nu in Cairns, hij werkt in een kopermijn, 1 km onder de grond, in de Queensland Outback bij het Gunpowder Resort, 10 dagen op en 10 dagen down.
Zijn opgroeiende jongens waren hier in Atherton voor een concours van jeugdorkesten en spelen trompet, trombone en hoorn. Ze waren heel trots omdat ze met hun orkest eerste van Australië waren geworden!
Van een baan, waar onze Rotterdamse voor gestudeerd had, was niets terecht gekomen. Ze woonde nu 15 jaar in Australië en moeder woonde bij hen in huis.
Zij werkte nu in een crèche, en had met haar twee eigen kleintjes voorlopig de handen vol!
En nu de clou! Ze had een Nederlandse vriendin, die uit Joure kwam, en wij vertelden haar van DE uit Joure, en die vriendin had haar nog nooit verteld over Douwe Egberts!
"Je weet wel" zei ze tegen haar man "van de Moccona". Want potten poeder-moccona uit Nederland zijn hier in de kleinste gehuchten te koop. Wij drinken hier Hollandse koffie!

Bij een km stand van 2874 vertrekken we uit Atherton voor de grote oversteek naar Darwin. We hebben weliswaar drie weken over, maar ook nog wel minstens 4000 km voor de boeg. Maar goed, ver weg in de outback verwachten we ook minder hoogtepunten om halt te houden.
Dat neemt niet weg, dat de route door de Atherton Tablelands schitterend is en afwisselend. Na 20 km al kunnen we de verleiding niet weerstaan in Herberton een openluchtmuseum uit het Australische verleden te bezoeken. Een compleet samengeraapt museumdorp uit begin 1900 is daar verzameld. We bezoeken een buitenplaats, een Lodge, van een rijke mijneigenaar uit die tijd. Een basisschool uit 1925, een oorlogsmuseum en wapendepot uit WW 1, een apotheker en een tandartsruimte uit 1938, een garage met oldtimers uit 1930-1950, ook een oude Indiana- en Harley Davidson- motor, die op verzoek gestart worden, waarna Sieta hoestend van de zware benzinedamp in het oude hospitaal uit WW 2 weer op krachten moet komen!

Aldus volgepompt met historie (prachtige Australië-schoolwandplaten uit 1920 aan de schoolmuren) maken we na 80 km een volgende stop in het zelfbenoemde hoogstgelegen dorp van Queensland, Ravenshoe, op 940 mt.
De bloedhete berglucht van 31 gr. doet ons, na een vluchtige fotografische rondblik op de veranda van een hotel-motel uit 1928, weer terugvluchten in de airco-gekoelde ruimte van onze trouwe Toyota.
In zuidwestelijke richting volgen we de Kennedy Hw tot aan de splitsing met de Gulf Developmental Road bij Minnemoolka. En dan is het al einde middag, als we een gravel-road-afslag nemen naar het Undara Volcanic Nat. Park.
Het Undara-Park is opgericht rondom een zeldzaam vulkanisch verschijnsel in deze regio. Evenals de regio van de Atherton Tablelands, waar dankzij miljoenen jaren oude vruchtbare lavalagen alles verbouwd kan worden wat je maar wilt en elke koe vruchtbare weides kan begrazen, en waar ook melkvee hier zijn rijkelijke thuis vindt, is Undara beroemd om een enorm lavaveld.
Het is pas in 1963, na een tip van een boer die dit gebied toeristisch wilde gaan gebruiken, dat een geologie-professor uit Cairns belangstelling kreeg voor dit gebied, waarvan de plaatselijke bevolking al lang wist, dat er grottenstelsels bestonden. Aboriginals gebruikten de grotten soms als schuilplaats, maar vonden de grotten zo diep en donker, dat ze er nooit lang verbleven, laat staan, dat aboriginal-kunstenaars er tekeningen achtergelaten hebben.
190.000 jaar geleden, op geologische tijdschaal gezien als was het gisteren, vloeide de schildvulkaan Undara over en kwam na 1 miljoen jaar weer tot leven.
De helling van de vulkaan was zo gering, en de uitbarsting zo kalm, dat de lava heel langzaam een oude rivierbedding instroomde, waarbij de buitenste laag stolde aan het oppervlak, terwijl binnenin het gloeiend hete magma rustig doorstroomde. Uiteindelijk ontstond hier een buizenstelsel met opstoppingen van het binnenste lava, van 160 km lengte: de langste lava-tubes op aarde!
Met een busje met 13 andere bezoekers rijden we met gids Dennis dit gebied binnen. Dennis is een schoolmeester in ruste en blijkt een fantastische verteller met een sonoor stemgeluid, waar je wel naar moet luisteren!
Hij leidt ons in diepe grotten, in lavatunnels met een lengte van minstens 300 mt lengte, trappen op en af lopend. Hij wijst ons op de geologische verschijnselen, op gestold basaltgesteente rondom, waar wortels van bomen van het oppervlak zich doorheen geworsteld hebben, en als een gordijn aan het plafond hangen. Kleine vleermuisjes her en der aan de zolder, niets vergeleken bij enkele maanden terug in de zomer, als deze grotten een overbevolking aan diverse vleerbevolkingen bieden. Dennis verteld ook over de enorme strangle-fig (wurg-vijgenboom) bij de ingang van één van de grotten, en eenmaal terug op het oppervlak, over de Darwin Wollybutt en Bloodwood-bomen die bestand zijn tegen de, soms bewust opzettelijk, aangestoken bosbranden, die overal in Australië voorkomen. Sterker nog, door een bosbrand springen vruchten open, waardoor nieuwe jonge bomen de kans krijgen.

's Avonds, na deze Undara Experience, zitten we te genieten op het enorme 'deck'-terras, gebouwd temidden van oude, opnieuw gebruikte treinwagons, die dienst doen als receptiegebouw, slaapgebouwen, en een restaurant voor toeristen. Het is een miljoen-dollar-project van een paar avontuurlijke jongelieden uit de 70er jaren, die de wagons op diep-laad trucks hebben laten aanvoeren, en per helikopter op de plaats gezet hebben. Over dit complex is een enorm dak als een enorme tent geplaatst, waar men het regenwater mee opvangt en bewaard in enorme tanks van afmeting Pernis.
Maar het is code rood met regenwater hier in Noord-Australië en men wordt verzocht zuinig om te springen met het water, want in 3 jaar heeft het nauwelijks meer regen van enige betekenis gegeven...
Onder het enorme tentdak kijken we uit, in het donker, naar een bomendecor, roerloos en geheimzinnig, met hier en daar 'oerwoudgeluiden'. Een stille 'Frogmouth' (een uil-gelijkende vogel) loert naar ons met knipperende ogen, een wallaroo springt haastig weg uit de lichtkrant van het terras. De barramundi-vismaaltijd is niet alleen zalig (r.k. woord), maar ook verrukkelijk!
(Wallaroo = grote kangoeroe met een hondenkop)
Met een kwinkslag nemen we afscheid van de Nieuw-Zeelandse receptioniste van dit park, die zo grappig elke 'e' uitspreekt als 'ie', zoals "whatever" is "whatiever"

En onderweg zijn we weer, naar de volgende tussenstop Croydon, 150 km voor Normanton, op onze Savannah Way, zoals de route aangeduid staat (toeristisch gezien) van Cairns, aan de Pacific, tot aan Broome, aan de Indische Oceaan. De route voert over bitumen (asfalt) wegen, 1- baans, met rode gravel-schouders om te passeren of om tegemoet komend verkeer ruimte te geven en vanaf Normanton, over complete gruis-wegen, smal, breed, alle maten. Gemiddelde verkeersdrukte, 1 auto per kwartier, en verderop westelijk, waar we nu zitten, 1 auto per half uur of minder.
In Georgetown stoppen we voor een eetpauze en lezen we in de plaatselijke grocery een bulletin, waarin aangekondigd staat dat van 18-22 mei de tandarts langskomt op school.
We horen, dat hij uit Cairns komt, 400 km oostelijk aan de Pacific, en eens per kwartaal zitting houdt. Ook lezen we over 'Naplan', een soort jaarlijkse Citotoets voor kinderen van 8-10-12 en 14 jaar.

We slapen op de campside van Croydon, een goudzoekersstadje van 100 jaar geleden, toen er nog 6500 mensen woonden. Nu zijn het er een paar honderd. Vlakbij ligt het Belmore Lake, de watervoorraad voor het dorp, dat tot 1/3 van zijn vroegere grootte geslonken is, zo droog is het.
We rijden er de volgende morgen langs en het ligt daar maagdelijk in het vroege ochtendlicht te schitteren. Op de andere oever zien we een familie everzwijnen drinken. De Eurasian Wild Hog. Vader zwijn is een enorm groot, zwart monster, waar Obelix een hele hap aan zou hebben. Sieta richt haar lens verder op diverse waterbeesten op en aan de oever. Een paar Australische pelikanen, een nieuw soort Cormorant (aalscholver) voor haar verzameling, mooie witte lepelaars en grote ibissen.
Bij Normanton ligt de brug over de enorme Normanton River, een mangrove-getijden rivier, waar het moet wemelen van vishemel-barramundi's en heerlijke forel, maar ook van zoutwaterkrokodillen. We zien er geen enkele, wel mooie bijeneters en in het naburige moeras prachtige Black-necked ooievaars, 2x de maat van onze baby-brengers!
Op de oneindig kale kustvlakte tussen Normanton en Karumba is het kennelijk feest voor kraanvogels en wallaby's (kleine kangoeroe): het wemelt ervan. Op een gegeven moment slingeren we al remmend en gasgevend tussen de kangoeroes door, niet wetend of ze de weg zullen overspringen of niet. Ze staan als Maria-beeldjes met gevouwen (voor)handjes te bidden voor een succesvolle oversteek. Geen wonder ook, dat er veel lijken langs en op de kant liggen: een beetje roadtrain stopt echt niet!

Vlak voor donker arriveren we in Karumba, gelegen aan de kust van de Gulf of Carpentaria, een uitloper van de Indische Oceaan aan de noordkust van Australië.
Daar besluiten we, aan het strand, een dag voor Siep zijn verjaardag, een extra dag te verblijven.
We genieten van twee prachtige complete zonsondergangen boven de Golf , drinken kostelijke Homestead-wijn uit West-Australië (regio Perth) bij Karumba-Point Sunset Taverne en maken een eenzame strandwandeling 3 km noordwaarts, tot een mangrovebush, waar pelikanen, ganzen, lepelaars en ibissen, en andere steltlopers staan te wachten op de vloedlijn. Een wolk Wedged-tailed Eagles zweeft boven het bos, en met een wolk bedoel ik minstens 80 arenden, jong en oud, door elkaar. Een pre-cambrisch gezicht, al met al. We voelen ons als de eerste holbewoners op aarde, ware het niet, dat onze haarinplant te dun is geworden voor de zonnehitte van boven: we smeren ons in met factor 50, waar de eerste de beste holbewoner gewoon geperst kangoeroe-vet gebruikte en zijn haren niet hoefde te kammen, zo veel had hij!

En jarig was ik ook, afgezien van de talloze, whats-appjes (we hebben daar eindelijk weer eens ontvangst!) en een gezellig telefoontje uit Nijmegen. Siep's dessert werd in het restaurant, ingefluisterd door Sieta bij het personeel, opgediend met een sterretjesregen.
Dat leverde een Australische "Happy Birthday to you" op van het voltallige, rijkelijk aanwezige Sunset-publiek, voornamelijk bestaande uit vissersmensen uit alle delen van het land. Elise en Freerk corrigeerden mij vriendelijk app-end, dat ik, en dus ook de 1 dag jongere Freerk, niet in het 68e maar in het 69e levensjaar waren beland, waardoor de dag toch nog somber besloten werd! ;

Volgende target (want doelen moet je stellen in dit eindeloos oneindige werelddeel) is het Boodjamulla (voormalig Lawn Hill) National Park, 440 km langs de Savannah Way naar het westen. Dat betekent hier 2 dagen rijden. In Normanton vernemen we bij het plaatselijke benzinestation, dat er een omweg gemaakt moet worden om bij de Leichhardt Falls onder Burketown te komen. Er vindt roadwork plaats aan de brug over de Flinders River. Dat is jammer, want graag hadden we het gedenkteken bij het Burke en Wills Camp 19 willen bezoeken, zijnde de eerste blanken, die zich in de 19e eeuw een weg gebaand hebben van zuid (Adelaide) naar noord (Gulf of Carpentaria), waarbij Burke op de terugweg om het leven kwam na een vijandige ontmoeting met aboriginals, een echt gebeurd indianenverhaal.
Eigenlijk waren deze ongelofelijk geharde avonturiers ingehuurd om verkenningstochten te maken voor de realisatie van een telegraafverbinding vanaf de zuidkust (Adelaide/Melbourne) naar Darwin, dat contact had met de rest van de bewoonde wereld via Azië.
Er was zelfs een race gaande met een beloning van ettelijke duizenden dollars, om de snelste route via het onbekende binnenland, te ontdekken.
In de namen van de huidige highways lees je de namen van die eerste dapperen, die dit, vaak met de dood bekroonde, avontuur aandurfden: Burke, Wills, Leichhardt, Stuart, Richardson en vele anderen. Het is fascinerend om die historische gebeurtenissen te lezen en je te realiseren hoe kort nog maar de 'witte' geschiedenis in dit continent op drift is, dit in tegenstelling tot de notie, dat de aanwezige aboriginals een bewezen, mondelinge en opgravingen-gerelateerde geschiedenis hebben van minstens 60.000 jaar.
Het is deel van hun 'Dreamworld'.

De Leichhardt Falls zijn geen Falls meer, maar een lichte stroomversnelling over rotstrappen van wel 20 meter hoogte in terreindaling. Eerder zie je nu enkele rotskommen vol groen water: het resultaat van 6 jaar droogte!

De laatste 75 km naar Burketown zijn eenzaam en van outbackdorp Burketown kan hetzelfde gezegd worden. Toch horen we dat, omdat we midden in de nacht dronkemansgelal uit de plaatselijk pub horen schallen, of misschien horen we dat, omdat het verder zo stil is...
Toch sist er wat in Burketown. In 1877 boorde men een 700 meter diepe put aan op een natte plek in het overigens gortdroge land en dat leverde een sindsdien sissende en borrelende waterbron op met onbruikbaar 65 gr. heet, zeer caliumhoudend water. En om die nu nog steeds onbruikbare bron treffen we een horde verbaasde kangoeroes aan, die nauwelijks wegspringen als we ons aanmelden. Het is IJsland met kangoeroes, met een buitentemperatuur van 32 gr.

Op de campside van Burketown staan we naast een middelbaar (leeftijd) echtpaar Zwitsers met een Toyota Landcruiser, met ingebouwd bed. Sinds anderhalf jaar zijn deze man en vrouw onderweg. Route: St. Gallen-Spanje-Marokko-Westkust Afrika tot Nigeria, waar ze niet in mochten wegens Ebola. Er volgt een verscheping van de auto naar Zuid-West Afrika (Namibië) waar ze de auto gelukkig weer aantreffen, want altijd maar afwachten.
Door Zuid-Afrika getrokken tot Port Elisabeth aan de Indische Oceaan. Dan een dure verscheping naar Perth in Australië. Uitklaring auto Port Elisabeth 1500 dollar, overtocht auto 2500 dollar, 2x inspectie en dure inklaring auto in Perth 2500 dollar (zeer strenge Australische wetten betreffende zaden, kiemen en bacteriën uit andere continenten, nog strenger dan Amerikaanse) en dan nog de eigen vliegtocht.
Vanaf hartje zomer (hitte 44 gr in januari) zijn deze lui onderweg in Australië, waarbij ze om familieredenen eerst overgestoken waren naar Melbourne. Tot januari 2016 reizen ze hier om de noord en dan dwars door het midden, terug naar Sydney. Twee jaar van huis.

Maar ja, van Lawn Hill, waar naar toe wij onderweg zijn, hadden ze nog nooit gehoord.
Zo'n reis lijkt ons te lang om alle ervaringen even hun plek te geven, laat staan te laten bezinken. Vreemd bijverschijnsel, de man spreekt geen Engels, de vrouw speelt voor tolk, maar ook haar Engels komt uit een 'coal-mine'. Dus wij maar even Germaans gesproken, makkelijk toch, die Nederlandse schoolopvoeding.
Via het enorme farm-gebied van Gregory Downs, een historische haciënda van meer dan een eeuw oud en minstens 100 km² in omtrek, belanden we op de eerst bitumen- (tot de Century Zinc Mine), en later dust-road naar Lawn Hill.

Adel's Grove camping ligt tot Sieta's grote schrik midden in een zeer dicht tropenbos aan de Lawn Hill Creek, het bos waar Lawn Hill nu juist zo bijzonder door is. Maar een palmen- en loofbos, waarbij de hemel nauwelijks zichtbaar is en walmende kampvuren hun rook tot in de neusgaten en verderop in de hersens bedwelmen, is niet haar droom! Toch gaan we dit een nacht volhouden, in grote stilte, want geen elektriciteit, no nothing. Zelfs het water moeten we koken, want het komt rechtstreeks uit de smaragd-groene kreek.
De beloning volgt de volgende morgen, als we naar het National Park, 15 km verderop, rijden. Het oerwoud, dat de gorges, die daar liggen, omzoomd, is miljoenen jaren oud, een relict uit die oertijd, toen heel Noord-Australië met tropisch laagland-regenwoud bedekt was. Maar Australië droogt al duizenden jaren uit en, net als het woud aan de kust bij Daintree, zijn er nog maar een paar kleine restanten over. De Lawn Hill Creek heeft zich, net als in Arizona de Colorado, in een miljoen jaar een weg geslepen door een oude, ijzerhoudende, zachte gesteentelaag.
Het levert hier een viertal gorges op met steile rotswanden tot 60 mt hoogte, met dat smaragd-groene water als parelketting er tussen door.
De oevers zijn begroeid met palmen, varens, en zelfs red cedars en andere weinig voorkomende scrubs en bomen. Er leven zeldzame waterbeesten, zoutwaterkrokodillen, vuurrode Crimson Finches, 10 cm groot, de Little Pied Cormorant, en een Azure Kingfisher en daar tussendoor kanoën wij tot de eerste watervallen. In de ochtendstilte....

Terug naar de Savannah Way willen we niet retour naar Gregory Downs, aangezien daar een nieuw asfalt-parcours van enkele 10-tallen km's gemaakt wordt.
In de middaghitte een dag geleden kleefden wij ons nieuwe bandenprofiel daar tot egale slicks!
In plaats daarvan wagen we een oud 4WD-tracé door berg-, rivier- en boerenland rechtstreeks noordwaarts naar de aboriginal-nederzetting Doomadgee. De auto had zich immers allang bewezen. Toch keken we tweemaal uit toen we enkele km's noordwaarts plotseling de Lawn Hill Creek moesten oversteken. De oversteek leek dieper dan vorige crossings...
Maar ja, de bandensporen van voorgangers gingen aan de 30 mt verwijderde overkant toch weer steil over de keien opwaarts, een rivierbedding van 10 mt hoogte.
Dit keer besluit ik Sieta aan boord te houden, vorige oversteken doorwaadde ze vaak, om te fotograferen of te filmen, of omdat dat gewoon mooi is, te voet een rivier oversteken. Wij missen dat gevoel helaas langzamerhand in Europa.... die ellendige, maar o zo aantrekkelijke beschaving!
Aan de overkant constateren we, dat er geen water binnengekomen is, en dat pleit voor onze camper: we hadden het gevoel bijna te drijven, of overdrijf ik nu...

Op twee splitsingen onderweg, een boerenweg langs een hek, lijkend op een hoofdtrack, of een kleine track richting de bergen, twijfelen we, welke vork in te gaan... En Paulus de Boskabouter had geen broodkruimels achtergelaten!
Wat een praats heb je dan, als blijkt dat je de juiste route volgt. Onze ervaring: volg die route, waarvan je in eerste instantie denkt, dat het hem niet is, b.v. omdat hij smaller is, of ontoegankelijker lijkt. Dat is hem wel, want het gras is altijd groener aan de andere kant van de heuvels.
Bij Hell's Gate Roadhouse, de laatste pomp voor het 360 km verderop gelegen Borroloola in de Northern Territories, en ook de laatste nederzetting in Queensland, tanken we vol. We kopen wat levensmiddelen in en wat drinken, want de komende avond gaan we geen camping bereiken. Voor ons ligt níets dan onbewoond terrein maar de klok bij de grens van de Northern Territories gaat wel een half uur terug.
Om 18.00 uur, vlak voor zonsondergang, vinden we in de rode, lage bergen even voorbij de Wallagorang Wilderness Lodge, die als overnachtingsmogelijkheid is opgehouden te bestaan, een klein vlak rotsachtig plekje langs de kant van de weg, dat een veilige overnachtingsplaats blijkt te bieden.
We zetten de motor stil, en een overweldigende stilte daalt over ons neer. De zon gaat rood-oranje onder boven de getande heuvels in het westen, geen vogel meer te horen. We zien nog één kangoeroe overhuppen, als de eerste sterren oplichten aan de hemel.
Sieta kookt in het bijna-donker een eenvoudige maaltijd en al die avondlijke uren, waarop we achterover op onze stoelen de sterren zitten te tellen, is er geen auto meer gepasseerd.
Het is maanloos, het Zuiderkruis staat, waar hij hoort te staan, Orion staat horizontaal in het westen, op zijn kop staat zelfs de Grote Beer heel laag in het noorden, de poolster moet een 20-tal graden voorbij de evenaar liggen, en in het oosten het Triangulum Australe. Maagd, Leeuw en Kreeft, en Hydra, staan hoog aan de hemel. De band van onze Melkweg schittert van west naar oost. Het is een groot meesterwerk, een groots spektakel, waarbij iedere kunstenaar tot zwijgen vervalt!
's Nachts worden we iedere drie uur wakker om te constateren, dat dat hele firmament weer een stuk opgeschoven is: Orion ging onder, de Schorpioen kwam op... een oude Griekse tragedie weerspiegelt zich hierin. De sterrenhemel van het Zuidelijk halfrond schijnt onovertroffen te zijn, en dankzij de onbestofte, heldere luchten klinkklaar.

Zo niet overdag, om over stof te spreken... De 300 km lange rode steengruis- en zandweg tot aan Borroloola, waar het asfalt weer begint, en in zekere mate de beschaving ook, is een 'hell of a track'.
Aan het opdwarrelende stof is niet te ontsnappen, alleen de talloze rivieroversteken, van klein tot groot, van knie- tot enkeldiep, geven een adempauze. Sieta's voorraad Ventolin wordt zwaar op de proef gesteld, ze brengt Dusty Springfield tot leven!

De Savannah Way is hier een rood stoflint door een woud van verspreid-staande bomen, meest Eucalyptus van diverse pluimages (er zijn wel 400 soorten), Acacia's en Bloodwood.
Langs de rivieren zien we dat gemengd met Yucca's, Vijgen en enige palmsoorten, soms zelfs palmvarens. Als het niet zo gevarieerd was, zou je het monotoon kunnen noemen, omdat het landschap in 300 km niet verandert!
Je moet het landschap zien als een grote open woudzone vanaf de Atherton Tablelands in het oosten tot en met de Kimberleys in het westen, een paar honderd kilometer breed en 3000 kilometer lang. In die open woudzone staat het speargrass, dat het hoofdvoedsel is van de Brahman-kuddes die je overal en nergens tegen komt. De Brahman is de keiharde steppekoe, oorspronkelijk uit India, met een grote vetbult in de nek. Ook hem moeten we regelmatig voorrang geven of ontwijken, als die je midden op de weg verbaasd staat aan te kijken.
Het sterkste staaltje van de Australische cowboy-boer deed zich voor tussen Normanton en Karumba. Daar was het veld helemaal open en werd een kudde koeien per helicopter bijeen gedreven en opgejaagd naar andere weidegronden of mogelijk een cattletruck die op 20 km afstand stond te wachten. De helicopter was een kleine nijdige machine waarmee de cowboy steile duikvluchten kon uitvoeren. Het zal ons niet verbazen als er in de toekomst rodeo's mee uitgevoerd kunnen worden.

Om 14.30 uur noteren we een temperatuurrecord van 35 gr C. Het foto-apparaat smelt in de hand, als ik plotseling stop voor een kudde wilde ezels, die Sieta spot tussen de bomen aan stuurboord (rechts dus hier).
Een gezin ezels, glanzende vacht, van zwart-grijs tot camel-bruin, de grote oren verticaal omhoog. Even daarvoor waren we gestopt voor een emoe, die nieuwsgierig, de hals gestrekt, op ons afkwam. Dat waren de hoogtepunten van een eenzame dag 'on the track', 300 km, 4 tegenliggers, 1 inhaler (of inhalor voor Sieta).

Een letterlijk hoogtepunt is plotseling aan bakboord, een enorme overhoop gehaalde berg van zwart, grijs en lichtgeel, wel 100 mt hoog.
Als we stoppen bij het bord McArthur Mine weten we nog niet wat en hoe. Bij navraag op de huidige lokatie van het Cape Crawford Roadhouse + camping, blijkt het te gaan om een zink- en magnesiummijn. Wat een ongelooflijk delfstofland is dit Australië.
Cape Crawford, in het midden van nergens, biedt rust, schaduw onder enorme acaciabomen, drie soorten nieuwe vogels, en tijd om te schrijven en te repeteren voor later, wat we gezien en meegemaakt hebben.
We kletsen wat met de Australische buren, die net een helikoptervlucht hebben gemaakt naar de "Lost City", een bizar, klein, berggebied hier vlakbij, met steile rode rotsen en wankele blokken, die op omvallen staan. Het geheel lijkt op de gewervelde rug van een enorme draak.
De helicopterpiloot is een vriendelijke jongedame, die in haar backpackerstijd ook een paar dagen in Nederland is geweest. Ze was in een stadje, waar 8 musea waren, de naam was ze vergeten...Maar dit schrijven we op!
Het is dinsdag 19 mei, de km stand staat op 4800, temperatuur 34 gr, bijna windstil, kwart bewolkt.
De Carpentaria Highway naar de Stuart Hw, bij het Daly Waters Roadhouse, ligt voor ons, morgen of overmorgen, we zien wel. Darwin komt akelig dichterbij, maar ook nog ver weg.
Again, no worries mate, life goes on!

Liefs, Sieta en Siep

P.S.
Mates, we're here in a Cattle Thick Free Area: Cattle, Horses, Camels and Buffalo must have an inspected treatment..... Penalty $20.000. Phone 8962 4490

Een avondlijke Cattle Road Train passeert in de donkere nacht. We tellen zes koplampen, 36 rode zijlampjes aan één kant en 28 wielen aan één kant: dus in totaal 72 zijlampjes en 56 banden, mogelijk ook nog dubbel...

  • 20 Mei 2015 - 15:09

    Dieuwke En Siep:

    Wat weer een geweldig reis verslag. Nog een paar weken genieten. Wanneer komen jullie weer terug?

    Liefs Siep en Dieuwke

  • 27 Mei 2015 - 09:34

    Marijke:

    Prachtig mensen, Dank je wel!
    Hebben jullie de mogelijkheid om rode aarde mee te nemen dan houd ik me aanbevolen : )
    (voor mijn medicijnbuidel)
    Warme groet Marijke

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Daly Waters

Siep en Sieta

Graag reizend echtpaar!

Actief sinds 24 Feb. 2015
Verslag gelezen: 300
Totaal aantal bezoekers 6861

Voorgaande reizen:

15 April 2015 - 03 Juni 2015

Via Australis

Landen bezocht: