Via Australis, Follow up 2 - Reisverslag uit Atherton, Australië van Siep en Sieta - WaarBenJij.nu Via Australis, Follow up 2 - Reisverslag uit Atherton, Australië van Siep en Sieta - WaarBenJij.nu

Via Australis, Follow up 2

Door: Siep

Blijf op de hoogte en volg Siep en Sieta

11 Mei 2015 | Australië, Atherton

Via Australis, Follow up 2

Atherton, 10 mei 2015

Het Engelse woord "jackaroo" betekent "groentje", en is van toepassing op ons tweeën, als we voor een 'snorkeling day' aanmonsteren op de 2-motorige power-catamaran Calypso. Bestemming "Outer Reef".
Ooit, 20 jaar geleden op onze huwelijksreis, hebben we gesnorkeld in de golf van Akaba aan de Egyptische Sinaï, maar dat was met slechte huurmaskers, die dusdanig lekten, dat je elke minuut het hoofd uit het water moest tillen om het water uit de bril te lozen en ogen en neus weer vrij te maken. Geen succes toen!
Nu echter, op deze zonovergoten maandag krijgen we van een team professionals een echte "briefing". We zijn met 38 popelende en nieuwsgierige mensen, vooral jong, soms middelbaar, aanwezig op deze boot met ruimte voor wel 100 mensen.
Bij het betreden van de boot krijgen we meteen flippers aangemeten en een moderne duikbril + luchtpijp. Als ik vraag of mijn eigen bril daaronder past, krijg ik binnen de kortste keren een bril met glas voor bijzienden...
Aan boord wordt overigens ook ieders persoonlijke farmacologische doopceel gelicht.

Als we met ingehouden kracht de prachtige beschutte havenkom van Port Douglas verlaten, verzamelen we ons op het brede achterdek voor instructies. Een stevige Australische "badmeester" legt uit, hoe het beste de flipper te gebruiken, hoe vast of liever hoe los het duikmasker moet zitten, en op welke signalen te letten vanaf de boot of naar de boot toe, als we met zijn allen te water gaan. Welke okay-tekens of niet okay-tekens er gebruikt worden. Zwemmend tussen de harde en scherpe riffen, waar je natuurlijk niet op mag gaan staan, moet er ook nog gelet worden op sommige sneaky giftige vissen, poliepen of ander gevaar, maar dat moet op zo'n mooie dag zeker niet overschat worden!
Een aanvaring met een agressieve haai is zeldzamer dan een droogmolen op de Dam.
Slimme daad van Sieta voor deze briefing was echter de verovering van de 5e en laatste onderwater-huur-camera aan boord. Met een snelle instructie hoe dat apparaat op een éénpoot-handstatiefje met polsband werkt.
Aan het eind van de dag wordt de micro SD kaart eruit gehaald en in een 16 GB SD kaart gezet en die krijg je mee naar huis. Een zeer goochem systeem.

De schitterende overtocht naar het buitenrif, begeleid door een paar vrolijke dolfijnen, duurt vanuit Port Douglas zo'n anderhalf uur. Aan bakboord passeren we de groene atollen van de Low Isles, overigens echte eilanden met franjeriffen eromheen.
Daar gaan de meeste dagjes- of halvedagjesmensen heen. Een half uurtje varen en een uurtje snorkelen vanuit het strand ter plaatse of vanaf een ponton.
Voor ons doemen groene vlekken op uit het diepblauwe water van de Coral See, de 50-100 meter diepe binnenzee tussen de verre groenige bergen van het kustgebergte en de koraaleilanden van het zogenaamd "Outer Reef". Hier bij Port Douglas en Cairns komt dat "Outer Reef" relatief dichtbij de echte kust, op een 20-30 km.
Verder naar het zuiden, bij b.v. Rockhampton of Bundaberg, waar het Grote Barrière Rif begint, ligt het Buitenrif op zo'n 200 km uit de kust.
Het Buitenrif bevindt zich op de grens van het continentale Australische plat en de buitenrand duikt daar 2 km steil naar beneden de Pacific in.
Wij leggen aan aan twee vaste ballen, verbonden met een lange lijn, bij het Opal Reef. Het is half 11, een uur na hoogwater, slechts twee puntjes koraalrots steken boven het zee-oppervlak uit.
Het Opal Reef is zo groot als de hele stad Port Douglas (en dat ligt op een flinke landtong) en we gaan vandaag op drie verschillende locaties aanleggen en 3 x een uur snorkelen. Goed voor de zwemconditie.
Het oceaanwater is hier op een temperatuur van gemiddeld 25 gr.C, met, al snorkelend, warmere en koudere bellen. Hier en daar staan flinke brandingsgolven, maar op de meeste zwemplekken staat een plezierige lage deining. De kust is ver weg, we zijn alleen met zijn 38en en drie instructeurs, boven een ongelofelijk tropisch-groen/blauw aquarium met koralen en vissen, daar krijg je tranen van achter je duikbril...
Vlak voor we te water gaan, krijgen we wetsuits uitgereikt, met capuchons, waarover de duikbril geplaatst. Voor nog meer snorkel-gemak en balans bij het fotograferen een piepschuim-tube erbij onder de oksels en borst door en dan maar flipperen.
Het is een bijna extatische ervaring: tussen grote vissen van allerlei kleur, grote scholen kleine vissen, nieuwsgierige, niet-bange vissen, die foerageren tussen koralen en anemonen van weer allerlei kleuren en maten. Zeekomkommers, sponsachtigen, heen en weer deinende zachte leerachtige koralen. We komen ogen te kort, botsen soms tegen andere snorkelaars op, letten op elkaar, want twee-tallen moeten elkaar in de gaten houden, een erecode.
De railing van het achterdek bestaat uit een achterover-klapbaar duik- en snorkel-platform, met een ijzeren platform 1 meter onderwater en brede trappen naar het dek. Een kind kan de was doen, laat staan een bejaarde.
En zo zijn we, gezicht met factor vijftig ingesmeerd, hapjes fruit en garnaal tussendoor snoepend als we van snorkelpositie veranderen, de hele dag in en op het water. Niet moe geworden, nauwelijks koud, en anders even in de zon zitten, die op een temp. van 28 gr. bakt. En zo nu en dan een slok zout water.
Samen wijzen we elkaar plotseling leven aan, koraalbaarzen, blauwvlekvlindervissen, horsmakrelen, een doktersvis en vele onbekende andere, (er leven 1500 vissoorten in het koraal!) hertshoornkoraal, plaatkoraal, paddenstoelkoraal, hersenkoraal, (400 koraaldiersoorten), een doopvont-schelp en een Nautilus (ong. 4000 weekdiersoorten), een blauwe zeester (behorend tot de 350 soorten stekelhuidigen, die hier voorkomen).
En dan plotseling, uit de diepte, een rifhaai, ongeveer een meter lang, Siep zag hem, en weg was hij, voordat Sieta hem op de foto kon zetten!
Sieta heeft deze dag bijna drie uur lang gefotografeerd en gefilmd. Wat er van terechtgekomen is, zien we thuis wel, maar 's avonds op de camping, met een kort selectief oog, de SD kaart nagekeken, lijkt er veel geslaagd te zijn.
Het Great Barrier Reef, het grootste dierlijke bouwsel op aarde, 2000 km lang, maximaal 200 km breed. Een primitief organisme, een zeepoliep van de familie der neteldieren, bouwde dit kalkstenen skelet in de loop van miljoenen jaren. Miljarden poliepen kruipen opeen in het warme, maximaal 31 gr., zoute ondiepe water en groeien naar het zonlicht als schitterende waterbloemen. Als een poliep sterft, groeit er een nieuwe op het kalkskelet.
Sommige stukken rif zijn al 18 miljoen jaar in ontwikkeling, het grootste deel dateert echter van na het einde van de laatste ijstijd, zo'n 15.000 jaar geleden, toen de zee begon te rijzen.
Nergens op het land, zelfs niet in het meest ongerepte regenwoud, komt zo'n diversiteit van leven voor.
Een paar nachten lang, in het voorjaar bij volle maan, vindt hier een waar spektakel plaats: de koraaldieren geven in een regenboog van kleuren miljarden eitjes af!
Als we om 16.00 uur terugvaren naar de kust denken we even niet aan alle gevaren, die het rif bedreigen: de toeristenindustrie, de landbouw (monoculturen van rietsuiker aan de Australische kust), de goud- en kopermijnen in Papoea-Nieuw-Guinea met zijn chemische afval, plannen van de olie-industrie die olie onder het rif vermoeden, de natuur zelf in de vorm van een met gifstekels gewapende zeester, de 'Doornenkroon', (60cm groot), die plotseling in aantal is toegenomen en koraalpoliepjes uit hun kalkomhulsels zuigen, en tenslotte de stijgende watertemperatuur, waarvan de verwachting is dat die de komende eeuw ong. 2 gr. zal stijgen. De tolerantie van de poliepen bereikt zijn grens bij 31 gr. C.
Hoe past het rif zich aan aan al deze bedreigingen, dat zal de toekomst uitmaken, maar wij voelen ons de koning te rijk één dag temidden van dit natuurwonder doorgebracht te hebben.
Ook achteraf is dit één van de hoofddoelen geweest om naar dit verre Terra Australis afgereisd te zijn.
Naast ons, tegen de zachte kussens leunend, op het voordek, zit een leuk stel mensen afwisselend Engels en Frans pratend. Ik raak in gesprek met een leuke meid van een jaar of 25 en vraag haar of ze uit Canada komt. Maar nee, ze komt uit Parijs en samen met haar vriend naast haar, zijn ze een jaar geleden naar Sydney verhuisd en ze werkt voor de grootste internet-provider van Australië, Telstra, haar vriend werkt voor een computerfirma.
Ze hebben het in het relaxte Sydney bijzonder naar de zin en hebben het drukke Franse leven ontvlucht.
Ook in de Provence, waar ze samen ook nog een jaar gewerkt hebben, konden ze niet echt aarden. Ik complimenteer haar met haar vlotte Engelse babbel, opmerkelijk weinig accent voor een Française. Haar vriend praat duidelijk met meer accent. Ze hebben twee weken vriend's tanige kleine moeder uit Parijs over (lijkend op Edith Piaf) en zijn zus. Omdat er weinig vrije tijd over is, is het viertal van Sydney naar Cairns gevlogen, al gauw drie dagen rijden, die 2000 km.
Of dit leuke stel later terug zal gaan naar Frankrijk, is nog zeer twijfelachtig, zo prettig is Sydney wel!
Vol met indrukken keren we 's avonds laat na een heerlijke houtoven-pizza in de plaatselijke grote, gezellige pub, weer lopend terug op de camping.

Deze Tropical Breeze- camping wordt beheerd door een schilderachtig hippiestel, Jack and Lynn.
Wonderbaarlijk trouwens in hoeveel Engelse gezegden en betekenissen 'Jack' voorkomt. Om eens te noemen:
Jack = Jan met de pet
Jack tar = Jantje = matroos
Jack Frost = Koning Winter
Jack Ketch = de beul
Jack Pudding = hansworst
Jack Sprat = dreumes
Jack and Jill = man en vrouw
Union Jack = vlag van Groot-Brittannië
Before you can say Jack Robinson = in een ommezien

Met een kleine letter betekent 'to jack' dan nog:
1e opgeven, 2e zich aftrekken = jack off, 3e opkrikken,
en als zelfst nw. aanroep voor kelner, bediende, smeris, arbeider, vent, boer (in kaartspel),
domme kracht, krik, stellage, bal als mikpunt bij bowling, jonge snoek, kauw, maar ook de vlag, die de nationaliteit van een schip aangeeft en in "slang" geld.

Everyman jack = iedereen, jack towel = handdoek op rol, jack tree = broodvruchtboom, on one's Jack = in zijn eentje!

Kortom die Jack, en ook de broodmagere Lynn met dikke sokken in bergschoenen en getaand bruin, deden alles voor hun camping. Een en al activiteit!

Als wij 's avonds de camping op waggelen, (1 dag op zee/zwemmen + 1 fles wijn op de goede afloop) horen we een ijselijke gil. Lynn stormt onze richting op, ziet ons nauwelijks en roept schor: Jack zit bij een slang! Bij het sanitair-gebouw staat Jack, op afstand wijzend naar een gevlekt stukje tuinslang, en stottert, dat hij gister al een slang vermoedde in die omgeving. Een belendend stel uit een caravan snelt te hulp. Hij met bezem, zij blijkt uit Staphorst geëmigreerd te zijn (15 jaar terug), en voor de duivel niet bang! Ze port een turende Lynn plotseling in de zij, die een meter van schrik omhoog springt. Lynn gaat een bin halen,een flinke plastic afvalemmer.
De Canadese echtgenoot met de bezem (echtgenoot van de vrouw uit Staphorst) en doodsbenauwd voor de slang, gaat de slang een kleine palmstruik in porren en jaagt hem tenslotte het gras in, na tien minuten om gehannest te hebben.
Nog een stel is erbij gekomen, een jongen en meisje uit Zwitserland (Bodensee-dorp), waar we al eerder mee kennis gemaakt hebben. Beide zitten in het onderwijs, o.a. biologie, en hebben zes maanden onbetaald verlof genomen voor hun reis door Azië en Australië.
Sympathiek stel, we praten Duits (-Zwitsers) en Engels door elkaar. Ze reizen heel goedkoop rond in een auto, waarbij de achterbank opgeklapt kan worden, om te slapen. Een klein gasstel zit achterin, heel primitief. Ze zeggen wel blij te zijn weer eens in een twee meter bed te kunnen liggen want ze liggen nu al twee maanden met opgetrokken benen! Maar ja, wie reist, sluit compromissen.
De Zwitserse jongen heeft natuurlijk een slangenboek bij zich. Maar Jack, bange Jack, wist het al, een Carpet Python, een mooi, groen/bruin gevlekt exemplaar, verder zwartig, ong. 1.5 meter lang, klein koppie, dikker achterlijf, niet-giftig, maar hij kan wel vervelend bijten. Enfin, Sieta houdt de afvalbak plat op de grond en na veel gedoe, kronkelt de python de bak in.
Jack en de Canadees brengen de slang naar het naburige bos, Sieta heeft gezellige foto's gemaakt. Geweldig land, Australië, vol verrassingen en wat een mix van mensen, reizend of niet.

Op woensdag 6 mei, bij een temperatuur van 31 gr., vertrekken wij uit het inmiddels vertrouwde, gezellige Port Douglas. We dartelen nog even in zee, omsloten door het veilige stingernet, maar het is eb, en dat laat op het beroemde Four Mile Beach niet veel diepgang om te zwemmen. We dromen ook nog even na over het heldergroene water boven het rif!

We gaan op weg naar Cape Tribulation, de "Kaap van Ellende", benoemd door de wereldvermaarde Engelse ontdekkingsreiziger James Cook. In de buurt van de Kaap sloeg zijn bark Endeavour lek op het koraalrif, waarover straks meer.
Nu is de afstand van Port Douglas naar de Kaap maar zo'n 90 km, maar dat zijn niet zomaar negentig kilometers. De route loopt eerst via Mosman, een plaats aan de rand van het zeldzame woud van het Daintree Forest Nat. Park.
Hier staat het laatste stuk laagland-regenwoud, niet alleen van Australië, maar zelfs ter wereld!
In Noord-Australië zijn na het stijgen van de temperatuur na de laatste ijstijd, de meeste laagland-regenwouden verdroogd, en de houtkap na de intocht van het blanke en gele ras na 1780 heeft de rest gedaan. Australië is aan het uitdrogen, alleen de kust van North Queensland krijgt door de aanwezigheid van het hoge kustgebergte (de Great Divide Range) en de daar heersende noord-oost passaat nog voldoende regen. Maar ook dat wordt minder, zoals we deze droge herfst zelf merken!

We stoppen bij de Mosman Gorge, waar een prachtige wandeling is uitgezet in het woud rond een naar beneden denderende kreek, de Mosman Creek. Her en der zijn zelfs mogelijkheden om aan de voet van watervalletjes te badderen, Maar we zijn onze badpakken vergeten en de aanwezigheid van andere natuurvorsers verhinderd ons in Adam's Kostuum op te treden.
We genieten van uitzonderlijke bomen, met prachtige bloeiwijzen, vruchten en bladeren. Het regenwoud kenmerkt zich hier tot een in 3 etages gevormd dicht bladerdak, waar bijna geen zonlicht de bodem bereikt. Op die bodem staat dan ook niet veel ondergroei. In de bomen zijn overal clusters van varens te zien, epiphyten, lianen en klimplanten. Het is een kabelnetwerk als van een ouderwetse telefooncentrale. Allerlei soorten palmen en loofbomen strijden om een plekje zonlicht. Sieta weet een rode kaketoe (Eclectus Parrot) op de foto te zetten. We zijn zomaar een paar uur later, als we bij de ferry over de Daintree River arriveren. Deze ferry vaart tot laat in de avond, dus we hebben geen haast, het is pas 15.15 uur. Maar....voor donker, d.w.z. voor 18.00 uur moet wel weer een onderkomen gevonden worden. De dagen zijn dus kort!
Naast de ferry-steiger liggen een 3-tal kleinere steigers, die krokodillentochten over de rivier aanbieden. Één gaat om 15.30 uur, een prima tijd. Het tochtje belooft een uur te duren en van de ticket-juffrouw, die rechtstreeks uit de eeuw-wende van de Amerikaanse Western gestapt lijkt te zijn, krijgen we een wachtplaats en een kop koffie achter haar bureau in de openlucht aangeboden. Daar zitten twee schilderachtige figuren druk in conversatie. Een langharig, mager outbacktype informeert om op deze oversteekplaats bij de rivier een handelsplekje voor "batterijen" te starten; hij handelt in gebruikte accu's en batterijen. Het lijkt er doodstil, dus we snappen er niets van....
Zijn gesprekspartner is prachtig uitgedost met een ex-witte schildersblouse, voorzien van alle kleuren gevlekte verf, opgeknoopt ravenzwart haar en een Salvador Dali-achtige snor. Hij heeft intelligente bruine ogen en vraagt aan ons, waar we vandaan komen. Wij leggen hem uit, dat wij een dijkenbouwend en vroeger godvruchtig volk zijn en waren, en dat we ook prima kunnen baggeren. Maar een dijk langs deze nu rustige tropische rivier van soms vervaarlijke grootte, als de moessonregens losbarsten, lijkt ons geen goed idee.
Het zou afgelopen zijn met de Mangrove-bossen langs de oevers en dan ook met de aanwezigheid van zoutwaterkrokodillen, de gevaarlijkste monsters op aarde.
Hij blijkt echt een kunstschilder te zijn, die hier inspiratie opdoet van Aborigine volkeren. Vaak leeft hij in Sydney of Brisbane, en verdient weinig, zoals het bij het artiestenleven vaak gaat. Geen subsidie hier.
Zorg voor jezelf, en geniet van je kunst en de warmte van het buitenleven!

Dan komt onze bootsman binnenvallen, wij zijn de enige twee gasten op de laatste tocht van die dag. Dat komt goed uit want we zijn bijna 1 3/4 uur onderweg, stroomafwaarts pruttelend met een elektrische fluistermotor. De schipper heeft er zin in. Hij legt de levensloop van de "saltie" uit en andere wetenswaardigheden.
Vlak bij het vertrekpunt zit een jonge krokodil om zijn as te draaien, tegen de oever aan.
Hij geniet van de warmte en de eb-stand van het water, waarin hij gemakkelijk visjes en andere beesten kan vangen, of een andere kleinere krokodil, want ze zijn kannibalistisch!
Een tien meter verder zien we een heel klein krokodilletje van ongeveer 2 maanden, half op de kant liggend... Als dat maar goed gaat! Een krokodil voelt nl. met zijn poten in het water of er iets zwemt, met zijn ogen gaat dit moeilijk want die zitten boven op zijn kop.
Vanaf hun 12e gaan ze puberen, vanaf hun 14e zijn ze geslachtsrijp en ze kunnen wel 80 jaar worden.
In dit estuarium leeft een heel groot mannetje, Scarface geheten, die in elke zijkreek een vrouwtje heeft zitten. Dat kunnen er soms 10-tallen zijn. En als een ouderwetse emir heeft Scarface een harem van vrouwen, wachtend bij elke kreek.
Scarface krijgen we helaas niet te zien, maar wel twee grote krokodillen die op de oever liggen te zonnen, de ene is volgens onze gids zo'n 30 jaar en de andere iets van 16 jaar, jong volwassen. Erg indrukwekkend om te zien! Die wil je echt niet onverwacht tegenkomen....
De rivier is lang en breed, ong. de Waal bij Nijmegen, hoewel krokodillen niet verder stroomopwaarts voorkomen dan 10 km, omdat daar het water te koud wordt (ook meer zoetwater richting bron op 80 km)
Ze prefereren water van minstens 25 gr., zoals nu, in de herfst. 's Winters, laten we zeggen, in juli, kan de buitentemperatuur in deze tropische streken wel tot 18 gr. zakken en dan gaat de activiteit van de "croc" ook achteruit, als de watertemperatuur onder de 25 gr. zakt. Er wordt niet meer gevreeën, het testosteron gehalte zakt ook.
Per seizoen legt een vrouwtjes-krokodil een nest met zo'n 50 eieren. Per twee nesten bereikt maar ongeveer één de volwassen leeftijd! Grootste gevaar: overstroming van het nest bij extreem hoog water of een storm, en een ander eier-etend dier zoals een roofvogel, of een andere krokodil die er ook dol op is!

Een groot genot is, dat de schipper ook een vogelkenner is, en een ondiepe zijkreek invaart, daarbij drie soorten kingfishers spot, de Little, de Azure en de Sacret, die Sieta allemaal voor de lens krijgt. Ook een kleine reigersoort: de Striated Mangrove Heron.
Op een gegeven goddelijk moment zien we vanuit de woudzoom, terug op de grote Daintree River, vier soorten vogels, tegelijk duikvluchten uitvoeren op een kennelijke onzichtbare zwerm insecten, vlak op het wateroppervlak: de Rainbow Bee-eater, een mooi soort zwaluw, een Eastern Reef Egret en een paar kingfishers.

Toen we vlak voor het donker vlak voor Cape Tribulation de Lync Haven Campside opdraaiden, een eenzame Camp-Lodge midden in de wildernis, en luisterden naar het avondgezang van enkele bosvogels na het stilzetten van de grommende 3.0 diesel, wreven we ons de ogen even uit en trokken de steeltjes in. Er moest nog gekookt worden en een glas wijn onder een overvleugelende vampier ( een red flying-fox) smaakte als nectar.
De weg van Cape Tribulation naar Cooktown is een her en der steile dirt-road langs de kust, waar het " Rainforest meets the Reef". Hij staat bekend als de "Bloomfield Track" en mag, vanwege zijn steilte en het kruisen van rivieren en kreken, alleen 4WD gereden worden. Daarom ook onze 4WD-campervan, die naar ons gevoel, alles aan kan. De voortekenen voor het rijden van deze weg van 40 km, de rest van de 100 km naar Cooktown is asfalt, zijn prima. Het is al lang droog weer, het water in de rivieren staat laag, en, naar achteraf blijkt, over twee grote rivieren zijn de laatste jaren, bruggen gebouwd. Tot mijn spijt overigens, voor mij hoeft dat niet!
De "Bloomfield" blijkt een fantastische track, meest door het oerwoud, voor de twee bergpasjes is de low-gear genoeg, de aanwezige high-gear voor zeer steile, modderige passages kan ongebruikt blijven. De eerste rivieroversteek is de mooiste, dertig meter breed, naar schatting maximaal 40 cm diep, en snelstromend. Moeiteloos hobbelt de Toyota erdoor, de boven-uitlaat-snorkel zal nauwelijks gebruikt zijn. Verder veel stof bij passages van de weinige andere automobilisten allemaal van het outback-soort, hoog op de wielen, Camel-achtig uiterlijk.
Veel ondiepe kreekjes overgestoken, loerend naar leuke dieren of andere zeldzaamheden.
De mooiste stop is bij Cowly-Beach, waar een autochtoon ons voor had gewaarschuwd daar vooral uit te stappen. Het is ultralaag water, als wij om 14.30 uur het strand opstappen. Een halvemaan-vormige baai van zo'n 2 kilometer met een strand van Texel-vormige breedte. Op het strand her en der mangrove-eilandjes, met mooie waadvogels.
Hoog op de Koraalzee een verre vissersboot en een leeg containerschip, zo te zien op weg naar Cairns, de eerstvolgende haven zuidwaarts. Wadend door oneindige plassen laagwater verblijven we hier een uur, genietend van de grote stilte in groen, geel en groenblauw. Een witte kakatoe verbreekt krijsend de stilte, als hij neerstrijkt in een hoge kokospalm, zijn kuif ritselt wijd omhoog.

Achter het Aborigine-dorp Bloomfield liggen, verstopt in een wijde kloof, de mooie fameuze Wujal-Wujal watervallen. Over rotsen heen klimmend, en toch ook nog spiedend naar de aanwezigheid van een zeldzame zoetwaterkrokodil, bereiken we binnen een kwartier de waterval, die zelfs nu in de droge tijd imposant 40 meter naar beneden buldert. Aan onze voeten, in het kristalheldere water, zien we een schooltje vissen een aal-achtig wezen tussen de rotsen jagen. Zo jaag je de jager!
Daar waar de stofweg ophoudt en het asfalt weer begint, ligt sinds mensenheugenis een café, waar je, als je veilig gearriveerd bent, een biertje hoort te drinken. Het café heet The Lion's Den en is nog bruiner als het bruinste café van Amsterdam. Op een wand vol wereldstickers treffen we zelfs een Feyenoord-sticker aan, foto's aan de wand van vroegere verschrikkelijke overstromingen en jeeps, vastzittend tussen boomstammen en modderstromen. Wat local's en wegarbeiders hangen aan de bar, een aardige Canadese meid, afkomstig uit Toronto, bedient ons. Een local brew, die koud gehouden wordt in een piepschuimen handvat... Nog 60 km te gaan naar Cooktown, onze noordelijkste bestemming aan de Australische oostkust, op 1/3 van het schier ontoegankelijke Cape York Peninsula. We horen, dat veel van de wegen in het noorden en naar het westen, nog onder water staan, en zeer moeilijk berijdbaar.

Cooktown is tegenwoordige een leuk havenplaatsje op de zuidoever van de brede monding van de Endeavour River. Er liggen aardig wat passanten op de rede in de rivier, het is hier wel oppassen voor zoutwaterkrokodillen. Cooktown is genoemd naar de beroemde Grote Oceaan-ontdekkingsreiziger, James Cook, die hier noodgedwongen 48 dagen verbleef om zijn schip te herstellen, dat zware schade had opgelopen op het Great Barrière Reef, en hij zou niet de eerste en de laatste zijn.
Hij was onderweg, vanuit Plymouth, om de Kaap Hoorn heen, de Pacific op, met de opdracht om, vanwege een speciale stand van Venus in het jaar 1770, wetenschappers de mogelijkheid te geven de afstand aarde- zon te bepalen, en daarvoor hadden de wetenschappers een aantal ijkpunten op aarde nodig, w.o. één aan de andere kant van Londen.
Een geheime opdracht was bovendien om een vermoed continent in de Zuidzee in kaart te brengen, om voor Engeland in beslag te nemen. In dat jaar, op zijn eerste reis, bracht hij heel Nieuw-Zeeland in kaart door volledig om beide eilanden heen te zeilen en te constateren, dat er twee grote eilanden waren.
Verder naar het westen zeilend arriveerde hij aan de Oost-Australische kust en ging aan land in de buurt van het huidige Sydney, waarbij hij de eerste Europeaan was, die vaststelde, dat Australië, of Nieuw Zuid Wales, zoals hij het noemde, best interessant was om te koloniseren en wellicht handel te drijven.
Op weg naar het noorden had hij oude zeekaarten van Dirk Janszoon, de Nederlandse zeevaarder, in bezit. Die was eerder aan de west-en noordkust van Australië geweest, en had dat Nieuw Holland genoemd. Maar de Zeven Provinciën vonden Australië niet belangrijk en te ver weg, de specerijen had men al uit Nederlands-Indië!
Maar de Grote Oceaankant van het Cape York Peninsula was bar en boos te bereiken vanwege de scherpe rotsbarrière van het rif.
Door wonderlijk toeval wist de bemanning van de beschadigde Endeavour bij het huidige Cooktown een veilige rivierrede te vinden, waar Cook's schip binnen acht weken gerepareerd kon worden. Hij zette zijn reis voort, wist uit de klauwen van het rif te blijven, door vooraf op hoge heuvelpunten bij o.a. Cooktown, en verder op Lizard Island, de zee te bekijken om doorgangen door het rif te vinden.
Hij beschikte toen al over een soort verrekijkerglas, bovendien wist hij zijn bemanning scheurbuikvrij te houden door zuurkool (vit. C-rijk) mee te nemen, als eerste zeevaarder.
Via de straat van Torres, die vanuit het westen 100 jaar eerder door Torres verkend was, wist hij onderlangs Nieuw-Guinee en onderlangs India, Kaap de Goede Hoop etc., drie jaar later Engeland weer te bereiken!

De Endeavour River (= proberen, streven naar) is de enige rivier in Australië, die door Cook zelf van een naam voorzien werd: de naam van zijn schip, dat wonderbaarlijk gerepareerd kon worden.
En zo staan we op 6 mei bovenop Grassy Hill en kijken uit over het kleurige Cooktown in de diepte, de meanderende Endeavour River onder ons, die ontspringt in het rainforest in het noordwesten, en in het oosten een gevlekte Koraalzee, lichtgroen, opaal, aquamarijn-blauw, grijze wolken spiegelend in donkerblauw, hetzelfde bange gezicht, dat Cook gezien moet hebben, 245 jaar geleden, vanaf ditzelfde punt.

We maken een wandeling naar Finch Bay, een wonderschoon strandje aan de Pacific, die we morgen de rug gaan toekeren.
Een White-belled Sea-Eagle vliegt over ons heen, zwart-wit als een ooievaar, maar veel imposanter.
We maken aan de haven een foto van het standbeeld van Captain Cook en van het standbeeld van Mitchell, de goudzoeker. Want pas 100 jaar later, toen er goud gevonden werd aan de Palmer River, 100 km westwaarts, werd Cooktown een stad, bevolkt door gelukzoekers, vooral uit China. Cooktown was vanuit het binnenland gezien hun directe contact met de wereld, een havenstad.

We schrijven dit verslag in Atherton, terug naar het zuidwesten, in de Atherton Tablelands, een soort laag-Zwitserland, met koeien, akkers en rijkdom, en een mooie campside, met internet/free Wifi, 300 km ten zuiden van het eenzame Cooktown.
Het is Moederdag, maar moeders redigeert, typt en corrigeert, waar nodig! We hebben lamme handen en zoeken een eethuis in het centrum wat later een heel gezoek blijkt te zijn!

Morgen trekken we naar het onbekende westen, dwars door de outback, richting Normanton via de Gulf Developmental Road ofwel de Savannah Way, dan naar Burketown en verder west-west.
De kilometerteller staat nu op 2871 km, hij zal zeker naar 6000/7000 gaan, voor we Darwin bereiken...... Ways to go, but, as ever.....no worries!

Liefs Sieta en Siep








  • 13 Mei 2015 - 09:14

    Renate En Piet Ridder:

    Beste Siep,

    Van Harte Gefeliciteerd met je verjaardag, maak er een typisch Australische happening van.
    Wij wensen je voor de komende jaren nog een goede gezondheid toe, zodat je nog vele reizen maken kan.

    Betse Sieta en Siep,

    Wat een leuke verslagen weer en wij genieten met jullie mee en leren ook weer vele zaken over de Australische natuur.
    Mooie foto's.
    \
    Nog een gezelige dag morgen en verder veel succes met het vervolg van jullie avontuur

    Reante en Piet.

  • 13 Mei 2015 - 20:39

    Rob En Brigit:

    Hallo Siep en Sieta,

    jullie reisverslagen zijn weer als vanouds. Prachtige verhalen over jullie belevenissen. Wat valt er weer veel te zien.
    We zijn jaloers dat jullie de platypus in levende lijve gezien hebben!

    Siep, van harte gefeliciteerd met je verjaardag, morgen. Dat jullie nog maar veel samen mogen genieten.

    Hartelijke groeten,

    Rob en Brigit


  • 14 Mei 2015 - 23:00

    Piet En Tonny Van Loon:

    14 Mei,
    Siep van Harte Gefeliciteerd met je verjaardag en nog vele gelukkige en gezonde vakantie's toegewenst ,samen met Sieta !! Geniet ervan .
    Groetjes van Piet en Tonny.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Atherton

Siep en Sieta

Graag reizend echtpaar!

Actief sinds 24 Feb. 2015
Verslag gelezen: 427
Totaal aantal bezoekers 6788

Voorgaande reizen:

15 April 2015 - 03 Juni 2015

Via Australis

Landen bezocht: