Via Australis, follow up I - Reisverslag uit Port Douglas, Australië van Siep en Sieta - WaarBenJij.nu Via Australis, follow up I - Reisverslag uit Port Douglas, Australië van Siep en Sieta - WaarBenJij.nu

Via Australis, follow up I

Door: Siep

Blijf op de hoogte en volg Siep en Sieta

05 Mei 2015 | Australië, Port Douglas

VIA AUSTRALIS

Follow up I

Het is zondag 26 april, 's morgens, en in de zon is het al blauw en warm, zeg 30 gr.
Het idee was om in één keer 490 km naar Charters Towers te rijden. Het probleem was echter, dat het moeilijk was om het interessante gebied rond Sapphire en Rubyvale te verlaten. Al na 6 km zagen we een afslag naar de zg. Heritage Mine met mogelijkheden tot een rondleiding in een stilgelegde mijn, maar ook om zelf te pannen en te zoeken naar saffieren, robijnen, zirkonium en andere edelstenen en halfedelstenen.
Niet alleen hebben we een onuitroeibare belangstelling voor reizen, mensen, vogels, bergen, outbacks, wilde dieren, bomen en andere planten en dieren, maar ook voor stenen, aardlagen en andere uitbarstingen van moeder Aarde.

Australië blijkt er vol van!
Het gebied rond Sapphire en Rubyvale is bijzonder in zijn opbouw. Er ligt daar een 60 miljoen jaar oude vulkanische laag aan het oppervlak, waarbij de bovenste 10-tallen- meters dikke oppervlaktelaag na een vulkaanexplosie van die bovengenoemde tijdsspanne geleden, vol zit met edel- en halfedelgesteente.
Het is heel stil in de gemshop bij de ingang van de mijn en voor we het weten zitten we al 25 meter diep onder de grond in de eerste mijn, die daar in 1870 en later ontstond.
Een snel ratelende Australische dame geeft ons een privé-rondleiding door de saffiermijn, laat de allereerste kruipgangen zien, die gemaakt zijn door de eerste mannen, die vermoedden, dat hier veel geld onder de grond zat.
Bukkend lopen we over de basalten rivierbedding in een schacht, waaronder geen graven meer mogelijk was, en dan bevinden we ons onder de grond bij een constante koele temperatuur van 24 gr.C.
Eenmaal weer boven, gaan we naar de fossicking area, waar we voor 10 aussiebucks een emmer steen en aarde kopen, die we na een instructie gaan uitwassen (pannen) in een zeef, spoelen, waardeloze kiezels en keitjes uitsorteren, om tenslotte met een handige, snelle, pannenkoek uit de pan-beweging zonder te morsen de mogelijke kostbare lading aan kleine ministeentjes op een uitzoekplateau om te keren.
Uiteindelijk vinden we een kleine 30 minisaffiertjes, meest helderblauw en bruin-groenig, (ze kunnen alle kleuren van de regenboog vertonen!) en 9 zirkoon-steentjes (van enkele mm dikte tot max. een halve cm.), doorzichtig kiezelgeelwit van kleur.
We laten de steentjes controleren door dezelfde kundige mevrouw, die ons de rondleiding gaf, en zij beoordeelde dit als een leuke vondst. Niet klovenswaardig en handeltechnisch van waarde, maar van een enkele saffier (aquamarijn) zou een sierraadje gemaakt kunnen worden.

Aldus verrijkt in kennis en waarde kruisen we enkele km's ten noorden van Sapphire de Steenbokskeerkring (23.4 gr. Zuiderbreedte) ofwel de Tropic of Capricorn, de denkbeeldige lijn om de aarde, waarboven zich officieel de tropen bevinden. Omdat het zuidelijk halfrond zo weinig landmassa bezit, loopt deze keerkring alleen door Australië, Chili, Brazilië en Zuid-Afrika. Dit in tegenstelling tot de kreeftskeerkring aan de noordkant van de tropen, die heel veel landmassa en dus landen doorkruist.
Bij Capella, een oud goud- en kolenstadje, komen we op de Gregory Hw, deel van de Great Inland Way, van Sydney naar Cairns.
Het is bijna 14.00 uur en we beseffen dat Charters Towers way to far north ligt om dezelfde dag te bereiken en veranderen het plan waar we bij zitten.
We toeren rustig, zo'n 90 km/uur, over deze schitterende weg door een golvend landschap, met veel bomen of soms bossen, rivieroversteken, koeien en paarden, meertjes met prachtige vogels.
Voorbij Clermont staat een kleine kudde kamelen (eigenlijk éénbultige dromedarissen) ons aan te staren: we zijn te verbaasd om te stoppen, dus geen fotobewijs! Hetzelfde betreft een groepje Australische kraanvogels, in de wegberm!
Sieta kijkt me met een verwoestende blik aan, als ik opnieuw niet snel en veilig genoeg weet te stoppen! De dieselmotor knort gemoedelijk door, maar ik maak alles weer goed als ik weet te stoppen voor een dingo, die met zijn roofdiermuil een dode kangoeroe uit elkaar scheurt en nog even rustig met bebloede bek poseert voor de camera. Ook krijgen we twee keer een de weg kruisend gezinnetje emoe's in beeld.
Het aantal kangoeroe-lijken langs de weg is inmiddels ontelbaar geworden: van kleine wallaby's tot grote grijze of rode beesten van zo'n anderhalve meter grootte.
Het aantal roofvogels in de buurt van deze eenzame highway is dan ook groot, dierlijke lijken genoeg.
Moeilijker is om deze schichtige grote vogels in beeld te brengen.
Met de verrekijker houden we het op Little Eagles, Wedged-tailed Eagles, Brown Goshawks en Swamp Harriers.

De enige campside onderweg naar Charters Towers bevindt zich bij een eenvoudig outback-hotel met de exotische naam Belyando-Crossing. De zon steekt nog heftig om 16.30 uur, als we ons op een plekje op dit schaduwloze terrein boven de Belyando Rivier, installeren.
Om 18.00 uur is het donker hier in de tropen en we hebben met elkaar afgesproken zo min mogelijk in de korte schemering, laat staan in het donker, te rijden. Het risico op een aanvaring met een kangoeroe, een kameel(?) of een ander wild dier (loslopende koeien of paarden over de weg!) is te groot. En onze Toyota is respectabel, maar heeft geen bullbar voor de motorkap! (beschermend stalen hekwerk voor aanrijdingen met dieren)
Over koeien gesproken, in deze outback zijn tussen de wilde landen ook veel wijdverspreide cattle-farms. De meest voorkomende koe is van het soort Brahman, een van oorsprong Indiase koe, die naar we van de campinghouder hoorden, in Texas verder gefokt is tot een klein-gestaltig ras van licht-bruine of soms bleke koeien, met een vetbult in de nek en lange hangoren. Het speciale is de huid, die lijkt op een gladde paardenhuid en is goed parasiet-bestendig. We vinden het prachtige beesten.
Vlak voor zonsondergang, die vuurrood en spectaculair is, lopen we de Belyando-brug over en weten een paartje Red-backed kingfishers te spotten.
Ze vliegen op bij het langsdaveren van een road-train met drie aanhang-tankwagens.
Vlieg op zeg, wat een imposant stuk techniek!

De volgende dag voltooien we de laatste 200 km naar Charters Towers, alwaar we een prachtig plekje toebedeeld krijgen aan de rand van een open vlakte, buiten de stad, op het Dalrymple Tourist Van Park.
Dit stadje ontstond in de hoogtijdagen van goudvondsten, rond 1870, het bezat een beroemde Stock Exchange, gevestigd in een Jugendstil-Arcade (een kleine passage) en nog steeds intact gebleven. Wat een luxe om in het plaatselijke café weer eens een double-shot Cappuccino te drinken, begeleid door een overzoet walnoten-honing gebakje!

Indertijd bouwden de rijken imposante huizen en er stonden 65 hotels om de dorst en de honger naar vrouwen van de meestal Ierse en Schotse en Chinese mijnwerkers te lessen. Prachtige oude openbare gebouwen ( o.a Telegraph-building en bankgebouwen) staan nog steeds aan de gezellige Mary Street, de centrale winkelstraat.
De etalages zijn deels ingericht voor Anzac-day, met oude oorlogsfoto's, helden en gesneuvelden, helmen en riffles, en krantenverhalen van exact 100 jaar geleden: Gallipoli-Turkije, de veldslagen en de bewustwording van de nog jonge (1 januari 1901)
Australische Natie.

Vanaf Charters Towers is het nog maar 140 km naar de kust bij de grote stad Townsville. Ineens bevinden we ons in druk verkeer, diverse rotondes, winkelcentra, maar met links rijden en links schakelen zijn fouten zeldzaam, zo gewend ben ik al. En bovendien is Sieta zo waakzaam als een zwangere kasuaris! We zijn vertrokken bij een km-stand 1568, met een onveranderde temperatuur van 30 gr.C en we besluiten door te rijden naar het kustplaatsje Lucinda, vlak bij Ingham. Voor het eerst volgen we de A1, de highway rond Australië, hier de Bruce Hw. geheten. We rijden weer op zeeniveau, na twee weken op een outbackniveau van ong. 400 m hoog gebivakkeerd te hebben.
De smalle kustvlakte ten oosten van de Great Dividing Range, is bezaaid met plantages. Meest suikerriet, maar ook bananen, avocado's, kiwi's en ander heerlijk spul.
Zwemmen aan het strand bij de campside van Lucinda, is een onverstandige bezigheid, maar toch moet Sieta moeite doen om mij, bezweet en wel, uit het water te houden, al is het maar met de voeten. Er staan diverse waarschuwingen voor zoutwaterkrokodillen en box-jellyfishes en andere giftige kwallen.
Uiteindelijk lopen we een visserspier op, waar een heerlijke zeewind staat, en een grote pelikaan ronddobbert in de riviermonding ter plaatse. Aan de overkant de machtige contouren van het Hinchinbrook Islands, één groot natuurreservaat en alleen voor wandelaars toegankelijk.
Niet te missen is de langste sugar-jetty ter wereld. Deze pier loopt 5.6 km. de zee in, tot de diepwaterzone, waar de grootste suikerbulk-carriers ter wereld kunnen aanmeren.
In de suikerfabriek van Lucinda worden de sugar-canes gescheiden van het blad (kaf van het koren), vermorzeld in vermorzel-machines en als ruwe suikerpulp afgevoerd op een 5.6 km lange overdekte loopband naar een wachtend schip.
De suikercampagne begint in juni, dus nu is alles rustig hier. De jetty (pier) is gebouwd in 1979 en dusdanig knap geconstrueerd, dat hij de kromming van de aarde volgt (het einde ligt 2 meter lager als het begin bij de fabriek), op betonnen pijlers, en .... cycloonbestendig!
Voor onze lenzen is het een prachtig industrieel object, maar voor strandwandelaars een hinderpier voor de horizon.
Laten we bij Makkum of elders in het IJsselmeer, of op de oneindige afsluitdijk a.u.b. geen windmolens plaatsen! In Australië is een strand van 5 km., waar je toch de zee niet in kan, nog opofferbaar.

's Avonds zitten we op een bankje vlak bij zee, in het plaatselijke park, even te luchten bij de dalende nachttemperatuur tot minstens 20 gr., als zware, zwarte beesten om onze hoofden gaan duiken. Er staan hier mangobomen, en dit moeten vleerhonden (Flying Foxes) zijn, die dol zijn op zacht fruit!
De grootste exemplaren zijn hier zo'n 35 cm en onnodig duiken we opzij bij het onvoorspelbare richtinggedrag van de beesten. We zien inderdaad hondachtige koppen met grote ogen!
Later lezen we, dat het onderscheid met vleermuizen er uit bestaat, dat deze vliegende "honden" het sonar-systeem van de vleermuizen missen. Ze bezitten wel heel goede nachtogen met stereoscopisch beeld!
De grootse soort is de Indonesische " Kalong", die een spanwijdte van meer dan een meter heeft. Wel, deze Aussie vinden we ook al aan de maat!

Omdat we lui zijn, tijd genoeg menen te hebben, en Australië zo allemachtig groot is, leggen we hier aan deze prachtige tropische kust maar kleine afstanden af. Straks, na 1 of 2 weken terug in de noordelijke outback, zullen we eenzamere en grotere afstanden moeten afleggen, om Kakadu Nat.Park en tenslotte Darwin te bereiken. Eigenlijk creëeren we zo een soort vakantie in de vakantie, met "tropische verrassingen in melkchocola".

Onderweg naar de volgende rustplaats, South Mission Beach, maken we in Licuala N.P. een eerste laaglandregenwoud-wandeling van enkele km's.
We treffen een ondoordringbaar dicht oerwoud aan, bestaande uit diverse palmsoorten (vooral de ventilator-palm, met grote ronde, diep ingesneden bladeren van 75 cm. en groter) en constant groeiende en bloeiende loofbomen. Het gevecht om licht is hier de
"battle for life".
De belangrijkste, grootste, maar ook zeldzaamste bewoner van dit soort bossen in North Queensland, is de zgn. Southern Cassowary, de zuidelijke Kasuaris.
Het is de grootste loopvogel in Australië, 170-175 cm, met een zwart gevederd lichaam, een lange blauwe hals, met een roodgeribbelde zijkant, een grote vogelbek, een grote benige kam boven op de kop, en twee kalkoenachtige hang-lellen onder de kin. Bij opwinding worden ze vuurrood: een soort gemoeds-thermometer. Zijn drie-teen poten zijn imposant groot, tot 12 cm. Lang, en een machtig wapen als de kasuaris in de aanval gaat.
Ook mensen moeten voorzichtig zijn bij een toevallige ontmoeting, vooral als er jongen in de buurt zijn. De Kasuaris is zeldzaam, dus overal hier langs de wegen staan waarschuwingsborden om attent en niet te snel te rijden. Waarschijnlijk zijn er nog zo'n 1500 exemplaren in leven!
Ook in dit restant woudgebied zien we voor het eerst de grote Ulysse-vlinder vliegen, met een spanwijdte van soms 15 cm., fel aquamarijn-blauw met een diepzwarte rand. Niet te fotograferen, zo warrelig, en zelden stilzittend op een bloem, althans, als wij in de buurt waren.

Een leuk gesprek hadden we met een bananenboer. We hielden een eetstop voor de deur van zijn farm, en binnen de kortste keren kwam hij per quad aangescheurd. De man was bijna 89 jaar en werkte de klok rond op zijn hectares-grote gebied. Overal staan waarschuwingsborden wegens infectiegevaar. Nergens mag je terreinen betreden, men is doodsbenauwd voor geïmporteerde schimmels, zwammen en bacteriën. Ook veel last hebben de agriculturele boeren van "rats and bats", b.v. vleerhonden, die halve plantages van mango's, citrusfruit etc. bedreigen.
Qua werk nam hij geen backpackers meer aan:
,,They are good, but they never seen a banana!"
En over Holland had hij de volgende startquote: ,,Binnen afzienbare tijd worden de West-Europese naties moslimnaties, ze hebben het niet in de gaten!"
Horen we hier een oude Wilders? Zelf was hij Roman-Catholic, niet kerkgaand, maar wel blij, dat de assimilatie met andere Aziatische volkeren toch redelijk verloopt.
En zo verdween hij weer op zijn quad, 88 jaar, gezond lijkend, behalve dan een groot korset om zijn buik.

South Mission Beach heeft een prachtig met palmen omzoomd strand. En er is een veilige zwemplek gecreëerd d.m.v. een Stinger-net. Een 100 meter breed, 100 meter diep in zee drijvende opblaastube met daaraan in zee hangende netten, die al naar gelang eb of vloed dieper of minder diep de zee ingetrokken worden.
Het ergste Stinger-seizoen is bijna achter de rug. De Stinger is een zeer gevaarlijke box-kwal (dooskwal) met lange tentakels onder zich, vergelijkbaar met een Portugees oorlogsschip, die hier ook voorkomt. Trouwens, wel een tiental min of meer giftige kwallen bevinden zich in deze wateren!
Ook een eventuele zoutwaterkrokodil heeft moeite met een Stingernet. De meeste "Salties" tref je aan bij riviermondingen, waar ze op zandplaten kunnen rusten. Maar een enkele croc waagt zich ook wel eens op open water. En helaas zijn die, in tegenstelling tot de zoetwaterkrokodil ("Freshie"), agressief en graag in staat een mens bij de lurven te grijpen.

Bij een einde-dag wandeling lopen we een kusttrail van enkele km's, de Edmund Kennedytrail. Voor het eerst krijgen we daar een groot spinnenweb, met daarin de Orb Weaver-spider, een bekende soort hier, niet giftig, maar wel een pootwijdte van 10 cm. Een zwarte spin, met op zijn pootgeledingen felgele spikkels. Huiver en tril!

Nee, dan de Noisy Friarbird van 35 cm. en de groene Australian Figbird, 30 cm, mooie beesten om voor de lens te krijgen. Alles op zijn tijd, dan maar!
En we hebben heerlijk zout gezwommen, als oefening voor het naderende " Great Barrier Reef"
Eerst besluiten we nog tot een meerdaags bezoek aan het fameuze Atherton Tableland. Dit vulkanische tafelland in het binnenland van Cairns, is net als de Duitse Eifel, ontstaan na 100.000en jaren oude vulkanische activiteiten in dit gebied, dat 10.000 jaar geleden weer tot rust kwam.
Wat nu te zien is, is een hoog heuvelland van tussen de 600-1000 meter, met vruchtbare weidegronden en woeste tropische rivierdalen daartussen. Zo hier en daar zelfs nog een stukje tropisch hoog-regenwoud.
Een heerlijke wandeling maakten we hier op de Skywalk van het Manu (Aborigines-stam) Rain-Forest. Je loopt op een plankier boven de toppen van het regenwoud en krijgt daar een heel andere inkijk op de kruinen van de diverse enorme bomen. In de verte ontwaren we de top van de Mt. Belenden Kerr, met 1630 meter de hoogste berg van Queensland.
Vlak voor ons vertrek schrikken we van een kreet 5 meter boven ons. Een rover beloert andere dieren: het blijkt de Pacific Baza ofwel de 'Crested Hawk' , een havik met een kuif op zijn kop...prachtig!

We vinden een oude boerencamping aan het Lake Eacham, een kogelrond vulkaanmeer, omzoomd door een tropisch regenwoud, de 3 km. lange wandeling eromheen levert behalve een oeroud bos met een wurgvijg van enorme breedte en hoogte, een klim-varaan op, een groenig beestje van 30 cm met een grote slangenkop, bekroond met een drakenkam in een gele kleur. Een wonderbaarlijk mooi eng beest!
Memorabel was het douchen van Sieta, die over een 5-tal gekko's struikelde op de douchevloer....heerlijk die vochtige ruimte!
De jonge kippen moesten we uit de camper halen, zo volgzaam waren ze, nadat we een half uur buiten aan het koken waren.
De campingbaas haalde heel vriendelijk met twee dikke graaihanden enkele hanen van een laaghangende tak van een acacia naast de camper, want meestal begonnen ze al om vier uur te kraaien! Het hanengeschreeuw was tot diep in het vulkaanmeer te horen!
(65 m diep water)

In de regio van Lake Eacham ligt het bekende dorp Yungaburra. Een leuk dorpje aan de rivier, Peterson's Creek. Een smalle, langzaam stromende kreek met een smal wandelpaadje erlangs, veel bijzondere bomen, leuke rivierschildpadjes en het vogelbekdier was er ook wel eens...alleen niet toen wij erlangs liepen.
Toch een idylle in het klein!

Een mooie tocht met de camper maakten we langs drie indrukwekkend verborgen gelegen watervallen, w.o. de onstuimige Milaa Milaa Falls. Maar de zomer en de nu aanwezige herfst verlopen zeer droog, aldus boeren- en krantenberichten, een enkele cycloon van een maand geleden daar gelaten.
Dus ook de diverse rivieren zijn dunbewaterd, de bronnen geven spaarzaam water.
De suikerriet- en andere culturen hebben driftig behoefte aan water. De twee weken, die we nu in Australië doorgebracht hebben, hebben alleen in het begin een regenbui opgeleverd. Wat de afgelopen dagen in het zuiden is gevallen, had voor de natuur beter hier kunnen vallen. De natuur smeekt om water, en wij drinken in de warmte veel water. We moeten wel!
Via Mareeba zijn we eergisteren in Port Douglas gearriveerd, de teller staat op bijna 2400 km.
We hebben inmiddels een tocht naar het Outer Reef geboekt.
Port Douglas is een kleine, redelijk mondaine havenstad, gesticht als goud- en houtuitvoerhaven. Het ligt schitterend op een lage landtong. En het heeft een beroemd strand, het Four Mile Beach, waar je wel kunt zonnen maar niet kunt zwemmen, behalve achter het hier ook aanwezige Stingernet. Gister zijn we met de Calypso, een supersnelle gemotoriseerde Catamaran, naar het Opal Reef gevaren en hebben op drie locaties gesnorkeld! Wondermooi!
Maar dat is stuff voor follow-up II, een volgende keer, nadat we ook Captain's Cook Hw. tot Cape Tribulation, of misschien nog verder noordelijk, en zwaar 4 W.D., afgelegd hebben.
De wonderen in North-Queensland zijn eindeloos, en nog niet voltooid, evenals onze reis, met nog vier weken te gaan. De warmte en inspanningen gaan hun tol eisen. Vanmorgen ben ik, Siep, naar de plaatselijke arts geweest, om de oren uit te laten spuiten. De oude oren hebben problemen met zeezwemmen, laat staan snorkelen!
Het was een geinige, oude arts, mijn leeftijd, en John, in korte broek, had een mooi verhaal over zijn motortochten in Noord-India met 12 makkers, waar ze prachtige natuurtochten maakten in de voorgebergten van de Himalaya. Dat waren zijn vakanties. Onderwijl haalde hij een enorme oorspuit tevoorschijn, vulde die met warm water en binnen vijf minuten kon hij een paar behoorlijke oorproppen, drijvend in het nierbekken, door het raam naar buiten kieperen! Voor de vogels, zogezegd. Voor de luizige €95 A.D ( Australische Dollar) kon hij zijn tank weer volgooien, op naar zijn volgende avontuur...

No worries, mensen, we gaan even zwemmen in zee, en ik hoor alles weer stereo!
Liefs, Sieta en Siep

P.S. Laten we thuis de 70e bevrijdingsdag net zo respectvol vieren als hier de 100 jarige Anzac Day en geniet van de vrijheid, guys, want we beleven een zeldzame periode in deze oorlogszuchtige wereld...

  • 05 Mei 2015 - 12:12

    Buurman:

    Prachtig! Jullie weten het vogelboek goed te gebruiken, heel goed ;)! Geniet ervan!

  • 05 Mei 2015 - 12:45

    Siep En Sieta :

    Het ging in eerste instantie even mis bij het plaatsen van het hele verslag. Complete verslag staat er nu helemaal op! Groetjes!!!

  • 06 Mei 2015 - 11:51

    Jan S:

    leuk om jullie reis zo te kunnen volgen. Kunnen we ook een klein beetje meegenieten. Groetjes

  • 06 Mei 2015 - 13:11

    Bram&Jacoba:

    Lieve Sieta&Sieb,
    Heerlijk genoten van jullie mooie en boeiende verslag! Prachtig beschreven zodat het net lijkt of wij er ook even zijn geweest. Wat een avontuur en wat een bijzondere dierenontmoetingen.
    Sieta, ben jij niet vreselijk bang voor spinnen....! En dan ook nog van deze omvang brrrrrr!!
    We blijven graag meelezen. Jullie hebben nog vier heerlijke weken voor de boeg, nog lang niet op de helft - goed vooruitzicht. Wij hadden een zeer stormachtige en regenachtige B
    Bevrijdingsdag maar dit mocht de pret niet drukken, het is aan alle kanten uitbundig gevierd! Ontvang van liefs and a big hug!

  • 06 Mei 2015 - 18:55

    Marijke:

    Dank jullie voor de prachtige verhalen.

  • 14 Mei 2015 - 09:27

    Sonja:

    Hoi Siep en Sieta,
    Al weer zo'n prachtig reisverslag! T is net alsof we erbij zijn! Mooi geschreven en als ik m'n ogen sluit zie ik haast de prachtige omschreven beelden voor me! Helaas ook van die enge spinnen...........!
    Zie nu al uit naar het beogende schrijven.....
    Veel plezier en lekker genieten!
    Groet Sonja

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Port Douglas

Siep en Sieta

Graag reizend echtpaar!

Actief sinds 24 Feb. 2015
Verslag gelezen: 329
Totaal aantal bezoekers 6863

Voorgaande reizen:

15 April 2015 - 03 Juni 2015

Via Australis

Landen bezocht: