Via Australis - Reisverslag uit Sapphire, Australië van Siep en Sieta - WaarBenJij.nu Via Australis - Reisverslag uit Sapphire, Australië van Siep en Sieta - WaarBenJij.nu

Via Australis

Door: Siep

Blijf op de hoogte en volg Siep en Sieta

27 April 2015 | Australië, Sapphire

Via Australis , deel 1

Naar schatting om 01.00 uur a.m. vliegt de Airbus A330-300 van Singapore Airlines het Australische luchtruim binnen. Stoel 56 H en K verschaffen ons niet al te veel beenruimte, maar Sieta zit heerlijk bij het raam en ik kan mijn linkerbeen het gangpad in strekken. De stoelindeling is 2-3-2.
We dommelen wat om zoveel mogelijk slaap te pakken tijdens deze nachtvlucht van Singapore naar Brisbane (een vlucht van bijna 8 uur), ten einde zo snel mogelijk te wennen aan het gemis van acht uren op de complete reis van Amsterdam naar Brisbane.
Sieta wijst naar buiten, waar zich een prachtige sterrenhemel ontvouwt aan de zuidelijke hemel. Voor het eerst zien we het Zuiderkruis fel aan de hemel flonkeren, aangewezen door de twee zgn. Pointer-stars uit het sterrenbeeld Centaurus.
Ik kijk op de Flight-track van de stoel-tv. We vliegen 850 km/h op een hoogte van bijna 10 km. In de duisternis onder ons zien we enkele lichtjes van waarschijnlijk een kustplaatsje: we zijn de Java-zee overgestoken.
Aan de andere kant van het toestel staan de meeste "patrijspoorten" ongeblindeerd open, terwijl vrijwel iedereen slaapt of doet alsof.
Een kwartier later zien we tot ons ontzag enorme flitsen, afgetekend tegen felverlichte hoge cumulus-stapels: rechts de sterrenhemel, links zware wolkentorens oplichtend in een staccato van multipele flitsen, een thunderstorm van enorme omvang!
We horen het motorgeluid van het toestel van toon veranderen, en als ik even later weer op de Flight-track kijk, vliegen we op een hoogte van bijna 12 km met een snelheid van 1000 km/h. De piloot omzeilt het gevaar!
Na nog een half uur verder dommelen, zien we een vurige hemel zich aftekenen boven een 10-tallen km's lange gloeiende slang van vuur op de grond.
Alsof een complete range in de fik staat. Verder duisternis alom.
Terra Australis heet ons welkom.

Nadat we geland zijn op Frankfurt Airport na een luttele 5 kwartier vliegen, app-te Remco al, dat onze auto weer thuis in Heerenveen op de oprit stond. Hij heeft ons vlot weggebracht en uitgezwaaid met onze twee bijna niet te sjouwen plunje-bags van toch minder dan 23 kilo.
De laatste tien minuten voor Frankfurt hebben we een geanimeerd gesprek met onze buurman, een vlotte man van ogenschijnlijk Caribische komaf, die deel uitmaakt van de begeleidingsstaf van de Nederlandse shorttrack-ploeg van o.a. Sjinkie Knegt en consorten. Jeroen Otter, die voor ons zit, hadden we al herkend. De 3-persoons begeleidingsstaf is al bezig met de voorbereiding op de Winterspelen van 2018 in Korea en zijn onderweg naar Astana, de hoofdstad van Kazachstan, om accommodaties te bekijken voor een trainingskamp in de laatste 2 weken voor Zuid-Korea, waardoor de olympische aanvliegroute mooi in tweeën geknipt kan gaan worden. Onze nieuwe vriend lijkt aardig helder, terwijl hij toch van 2 week vakantie op Aruba, via Schiphol, in één keer doorvliegt (via Frankfurt) naar Kazachstan, voortdurend verdiept in zijn laptop op schoot. Wel is hij jaloers op onze Australische reis!

Het toestel, dat ons in 12.5 uur van Frankfurt naar Singapore brengt, is een grote Airbus, de A380-800. We hebben thuis online ingecheckt op de voorste twee plaatsen, en wat blijkt...dit type Airbus heeft vers uit de hangar een andere indeling gekregen, met een nieuwe 'preferred economy-class' voorin, een soort business-class in between.
We zitten bijna bij de stewardess op schoot, een schat van een jonge meid trouwens, naast de trap naar de double-deck verdieping. Helemaal privé eigenlijk, met een cabine-bagageruimte onder de trap, naast ons. We kunnen bijna languit liggen voor dezelfde prijs!
Als de stewardessen en stewards van Singapore Airlines ons in dit Lufthansa- toestel begeleid hadden, dan was de tropische verrassing van de sprookjesnacht compleet geweest: die lui kwamen zo uit een James Bond-film!

Men zegt dat Australiërs vlotte praters zijn, vriendelijk en gemakkelijk; zo niet de taxichauffeur, die ons versleept van Brisbane Airport naar het hotel in Brisbane Spring Hill, vlak bij het centrum. Of we ook het specifieke adres hebben van het Best Western Astor want er zijn wel 10 Best Westerns in town. Veel meer heeft deze Indiër tijdens de 25 minuten durende rit niet gezegd...
En zo lopen wij op vrijdagmiddag met slaapdronken koppen de binnenstad van Brisbane in, met buitenwijken erbij een miljoenenstad, althans zo'n 1.7 miljoen inwoners.
Via een park op het Wickham Terrace , waar we de eerste zonderlinge vogels en planten en bomen tegenkomen, dalen we af naar de Inner City, met zijn zakelijke wolkenkrabbers. Via het King George Square met de oude City Hall uit 1925 met een hoge klokkentoren in Italiaanse Renaissancestijl, dwalen we eerst maar eens naar de Queen Street Mall, een lange winkelstraat, de koopgoot van Brisbane. In de Mobile-Phone shop, waar een hulpvaardige jongeman ons vertelt, dat de sim-kaart in Siep's mobile 'locked' is, iets wat in Groningen 'unlocked' verklaard werd, was goede raad $80,- waard (de euro is momenteel 2/3 van de Australische dollar)
We kopen een echte Nokia smart-phone , een simpele weliswaar, pre-paid, zonder toeters en bellen, maar wel één met een Australische sim-kaart, zodat we hier goedkoop kunnen bellen, b.v. met het camperverhuurbedrijf of met a.s. campings onderweg.
Trouwens, de grootste provider hier is Telstra, net niet Tilstra!
Het is bijna weekend en we genieten van de bruisende sfeer in de stad, veel jongeren, leuke moderne winkels, veel coffee-barretjes, veel muziek op straat, waarbij we lang stilstaan bij een bandje van drie jongens en twee meisjes, waarbij 2 gitaren. Ze zingen vijfstemmig Michael Jackson van het vinyl af....geweldig!
Ook praten we even met een eenzame Brabantse back-packer, die ons Nederlands hoort praten. Hij werkt momenteel in de horeca en reist een jaar lang van Sydney naar het noorden langs de Australische oostkust. De zachte g doet ons aan Jos denken.
Vanaf de North Quay dwalen we over de Victoria Bridge naar de South Bank: Brisbane ligt luisterrijk gebouwd aan een dubbele meander van de Brisbane River, een rivier zo breed als de IJssel bij Kampen, maar nauwelijks met scheepvaart. City-cats zijn busvervoerders over het water, en verbinden ook de diverse stadsdelen van Noord en Zuid. Verder wat race-bootjes en waterscooters . Brisbane ligt 20 km landinwaarts van de Pacific en al het vervoer gaat over de weg of door de lucht.

We eindigen die dag in de City Botanic Gardens achter het oude, zo te zien niet meer gebruikte, Parliament House (Brisbane is de hoofdstad van de deelstaat Queensland, waar we het overgrote deel van onze reis ingepland hebben), en het QUT (staat voor Queensland University of Technology).
Deze Botanic Gardens waren ooit de proeftuin en de moestuin van de tweede Engelse strafkolonie. Toen Sydney vol was, werd Brisbane de tweede kolonie. In 1828 werd hier in de bocht van de Brisbane River het tropisch kustwoud gekapt en de vruchtbare grond in cultuur gebracht. Er moest voedsel verbouwd worden voor de tweede kolonie en vanaf 1855 werd er geëxperimenteerd met gewassen voor de koloniale landbouw.
Nu is het een fraai park, met vijvers en vreemdsoortige bomen uit de tropen en subtropen. Nog nooit een Maleisische Worstenboom gezien met aan lange lianen hangende dikke bruine 'worsten' van 30 cm lengte en 10 cm dikte, die in de lucht slingeren.
Ook 150 jaar oude palmen in alle gradaties, zoals de elegante lange Alexandra Palms van Noord-Queensland, Washington Palms uit de V.S.,
Bangalow Palms uit North South Wales, die veel schaduw geven, en tot 30 m. hoge Cabbage Tree Palms, waarvan de eindknop, ofwel het hart van de nog jonge palm, door Aboriginals en vroege pioniers gegeten werden, waardoor de palm zelf het loodje legde!
In de schaduw van een groot bamboebos staan als standbeelden Bush Stone-curlews (behorend tot de Wulpen-familie), sommige door de knieën geknikt, wat een vreemd gezicht is. Tot op 1 meter zijn ze als poseerders te fotograferen.
Overal fladderen en hippen Australische witte ibissen rond. Later ontdekken we, dat deze standvogel overal voorkomt, waar maar water te vinden is.
Na een diep-geslapen nacht van 10 uur weken we ons los uit het hotelbed om als rustige zombies de zaterdag opnieuw overal en nergens door de City te zwerven. We genieten van prachtig subtropisch weer. Een lange wandeling westwaarts langs de Brisbane River (fiets- en wandelpad) brengt ons via de 'Go Between Bridge' naar de wijk Milton, alwaar leuke houten bungalows en twee-verdieping huizen staan. Een mooie woonwijk met een relaxed winkelcentrum, alwaar de Italiaan prima smaakt. Met de City-cat varen we met een frisse wind over de rivier terug.
Langs de XXXX- brewery (1x meer dan Amstel) en het grote Suncorp Stadium, waar grote rugby- wedstrijden plaatsvinden, vinden we onszelf precies op tijd terug in het stadscentrum om de laatste bus naar Mount Coot-tha te pakken, om half vijf 's middags. Mt. Coot-tha is de plaatselijke uitzichtsberg (350 m hoog), ten westen van Brisbane op ongeveer een half uur rijden. Op de vraag naar de laatste bus retour, vertelt de chauffeur ijskoud, dat hij tevens de laatste bus terug is. Goede raad is goedkoop. Boven sprinten we als Japanners de bus uit, maken bij avondschemering de noodzakelijke prenten van de verre city (de zon achter ons is eigenlijk al onder: noot: om 18.00 uur is het in Australië-oost al pikdonker)
en sprinten de bus weer in, om een half uur later weer in de stad losgelaten te worden. De chauffeur rekende trouwens niets voor de terugreis, de schat...
We eten heerlijk in een Irish Pub onder het genot van een rugbywedstrijd 'on big screen'.
Zondag 19 april begint ons avontuur echt. Een slaperige chauffeur levert ons af aan de Nudgee Road, vlak bij het vliegveld, waar Apollo Motorhome Holidays zijn domicilie en garage heeft. Om half acht a.m. staan we op een nog stille stoep, met plunjebags.
Een warrige Duitse Claudia , zo'n 45 jaar oud, maakt ons, zo goed en zo kwaad, wegwijs door de papiermolens, die nodig zijn, om onze spiksplinternieuwe 4WD Adventure Camper (Toyota Hilux 3.0 diesel) de weg op te krijgen. Het apparaat heeft nog maar 22 km op de teller staan!
De auto blijkt voor een definitieve cheque-up nog door de garage te moeten, wat Claudia knorrig maakt.
De garagejongens zijn echte Aussies, zegt ze, "no worries mate, keep it calm" ofwel vooral niet haasten!
Enfin, de banden komen op spanning en we kijken vol verbazing rond in het toch wel heel kleine interieur van ons woon-slaaphuisje op wielen en trachten onze bagage kwijt te raken in de spaarzaam bemeten onderkastruimten.
Boven zijn geen kastjes, de camper heeft een hefdak, voorzien van talloze met ritsen open te zetten luchtgaten. Later blijkt dat ideaal in de hitte van tropisch Australië; aan alle kanten lucht rond de opschuifbare bovenslaper.
In razend tempo loodst Claudia ons door de technische details van de auto en vergeet daarbij essentiële zaken, die we later aan de manager van de garage vragen, zoals b.v. de 2-4 low- en high-gear-knuppel en wanneer en hoe.
Sieta's I-phone is ondertussen op zwart gegaan: geen teken van leven te krijgen, op welke manier dan ook. Claudia test hem op haar manier, ook geen kans. Vervolgens, en dat is weer klasse, weet ze een winkelcentrum in Brisbane-noord, waar een grote I-phone winkel is, en dat hele centrum is ook nog open op zondag. Ze print voor ons de route uit en op ons verzoek ook de route om van de Chermside Mall via enkele tolwegen, waar je van te voren voor moet ticketen, via de M7 en M2 richting Toowoomba te komen. Want Toowoomba, op 120 km ten westen van Brisbane, zal onze eerste stop zijn.
En zo rijden we om 10.30 uur via een eerste tankstation, waar je losse toll-tickets kan kopen (het nummerbord wordt op een tolweg automatisch geflitst, wij hoeven geen Australisch abo natuurlijk, want tolwegen vindt je alleen in en rond Sydney, Melbourne en Brisbane) naar de Westfield Chermside Shopping Mall.
We kijken links, we kijken rechts, we draaien linksom rotondes, schuilen op de linkerrijbaan om ons rechts te laten inhalen, ik schakel met de linkerhand, wen aan buitenspiegels, die niet zover naar buiten staan, dat ik vlak achter me kan kijken, alles prima de luxe, zonder éénmaal verkeerd te rijden!
Sieta leest het Google-papier foutloos, Siep rijdt, geen navigatie nodig! En allebei zo wakker als een soldaat in een schuttersputje!
In een snelle manoeuvre schiet ik naar rechts, naar het stoplicht voor de afslag naar het winkelcentrum, een auto achter me schuin links claxonneert en ik mompel: "Keep it cool, mate" . Eenmaal op de parking worden we genadeloos nagewezen en toevalligerwijs parkeer ik op een plek met dubbele ruimtes tussen belendende auto's...(altijd doen dus)
Komt er een dikke dame naar ons toe wandelen en hijgt ons toe: "your little tabel is outside and there is something on it"!
Ik loop om onze truck en zie tot onze verbijstering de opklapplank met gasstel uitnodigend uithangen aan zijn ophangkabels. Op borsthoogte steekt het gevaarte 60cm uit. Gezegend de greep, dat ik ruim parkeerde: de buurauto's hadden lelijke schade gehad en onze enige keuken (een binnenkeuken bezitten we niet, wel een sink en kraan) was ongetwijfeld aan barrels geweest.
Toch had ik, meen ik, alle sloten van kastjes en klepjes en deurtjes, buitenom, met de nodige sleuteltjes gechequed.
Enfin, we zijn nu een week verder en het is niet meer gebeurd!

Het Chermside Centre is een enorm overdekt, geaircood, reusachtig dorpscentrum. Men shopt, men ontmoet elkaar, men zit in cafeetjes en binnenbuitenterrasjes, er is geen nee te koop, het is zondag en de Apple-shop is mega groot, met wel 20 verkopers-sters, met een centraal vriendelijk persoon (allemaal jonge nerds) , die je naar één van de diverse (25?!) toonbanken verwijst, waar centrale computers staan om je te helpen. Binnen vijf minuten helpt een jongeman Sieta's I-Phone naar het land der levenden. Hij sluit de I-Phone aan aan de basiscomputer in de winkel, prevelt toverwoorden, die Sieta half en ik nauwelijks begrijp, vraagt zo nu en dan wat de Nederlandse woorden betekenen, en voilà, hij doet het weer, maar....in Nederland nog wel wat toverhandelingen laten uitvoeren, want ergens, diep in het geheugen van dat geheimzinnige kastje, zit een kleine verandering.
Het is net Engeland als we de enorme Woolworth's Foodmarket enteren.
Ongeveer 25 eindeloze gangen vol etenswaren gapen ons aan, maar binnen een uur bevoorraden we onze kleine expeditie met de nodige voedings- en drinkwaar. Een paar wijntjes schaffen we aan in een tegenoverliggende Liquorshop. Een keur van Australische wijnen glanzen ons toe, de biersoorten interesseren ons nog niet, misschien pas in het verre tropische noorden. Sieta probeert 's avonds een Sauvignon Blanc uit, ik hou het bij een Shiraz met mooi etiket en zo.
Toowoomba is een heuvelstad op 600 meter hoogte, waar de Brisbaners op hete weekenden adem komen halen. Het ligt met zijn 200.000 inwoners op een hoge rug van de Great Dividing Range, die de kust van Oost-Australië afscheidt van het droge binnenland naar het westen.
Het caravanpark, Toowoomba Motor Village, is na voorbereidend werk van navigator Sieta, snel gevonden en we belanden in een compleet vogelpark met hoge bomen. Rainbow- lorikeets, Pied Currawongs ((wit-zwarte kraaien met hun transistors op metallic-klank), Magpie Larks (groot merelachtig, zwart-wit) en de eerste Laughing Kookaburra's, die je uitlachen, waar je bij zit.
En als Sieta haar buitenkeuken gaat uitproberen, begint het te plenzen, de hele nacht door. En 's nachts wordt het zo koud op ons harde bedje (dat overigens inmiddels gewend is en prima slaapt!), dat we dromen van dikke dekens en vergeten dat we in soms onvoorspelbare subtropen zitten!

Eenmaal over de Great Divide steken we via de Warrego-Hw. de vruchtbare vlakten van de Darling Downs over. De akkerbouw bestaat voornamelijk uit maïs, katoen en andere gewassen, die we niet zo gauw kunnen traceren. Tijdens het maken van een paar foto's van katoenplanten krijgen we zoveel klevende grond onder onze sandalen, dat we vijf centimeter olieklei onder de schoenen weg moeten krabben!
Langs de Hw. liggen de lijken van veel omvergereden kangoeroe's /wallaby's en in de velden zien we ook de eerste levenden, de grote grijze kangoeroe.

In Roma beleven we op de camping aan de Bungil Creek nog een koude nacht met regenachtig weer, maar vanaf dan gaat de temperatuur omhoog naar eerst zo'n 20 gr en later naar een tropische 30 gr.
Vanaf Roma pakken we de Carnarvon Hw noordwaarts, op weg naar ons eerste doel, het Carnarvon National Park.
De Carnarvon Hw. vindt zijn weg over een eindeloos golvende prairie met graslanden en boomlanden, wijd verspreide kudde's koeien, w.o. fraaie Aziatische soorten met een hoge vetbult achter de nek, klein van stuk.
Massieve Paulus Potterstieren staan roerloos onder hoge White Gom-Eucalyptus-opstanden, en staren naar de Australische zon, die over het noorden, vrij recht boven ons hoofd, van oost naar west trekt. (niet mekkeren dat wij van west naar oost draaien en de zon stilstaat!)

Her en der stoppen we bij plotselinge meertjes in het droge landschap, waar zich altijd bijzondere vogels ophouden. Zoals pelikanen, reigersoorten, Pacific Black Ducks en andere eenden, een zwarte zwaan en een aalscholver met een Australische jas aan.
Je leest het, de " Fieldguide to the Birds of Australia" van Simpsons en Day, vertelt alles. Dankzij onze gul lenende buren Michiel en Femkje!
Plotseling in de eenzaamheid roept Sieta: "daar steekt een herdershond de weg over!" Verbouwereerd rijdt ik ongegeneerd 100 k/h door, de hond kijkt ons na in de berm en even later realiseren we ons, dat dit een dingo geweest moet zijn. Pech, niet kunnen stoppen op de 2-baans bitumenweg, waar slaap dreigt voor iedere automobilist.
De afslagweg naar Carnarvon Park is deels gravelroad, duikt over betonnen bodems van diverse riviertjes met of zonder water, en is blinders mooi.
We naderen een laag gebergte met de hoogste toppen op 1100 meter, deel van de Central Mountains van Queensland. Hier zijn nog enorme farms met prachtige kleine, bruine koeien, vaak midden op de weg, stront all over, weer af te wassen in de rivier- doorsteken. De snorkel-uitlaat boven op de cabine hebben we hier nog niet nodig, 30 cm diep ten hoogste.
Op het Takarakka Bush Resort krijgen we een mooie plek, half onder eucalyptus- en palmbomen. Opnieuw kost het ons moeite om voor donker op een campside te zijn, na 5 uur p.m. donkert het al!
350 km voor een dagtocht, gestart om een uur of tien, is lang genoeg, zoveel te stoppen en te zien onderweg!
Op weg naar de avondlijke amenities (sanitairgebouw) lopen ons de kangoeroes (meest kleine wallaby's) en een troep wilde zwijntjes voor de voeten.
's Avonds bij het afwassen hebben we een vermakelijk gesprek met 2 jongens van Taiwan, Abe en Jimmy, naar schatting 20 jaar oud en studentikoos moeilijk Engels brabbelend. Spontane jongens, die in één dag langs de Carnarvon Creek in de Gorge gelopen hebben, een bospad van zo'n 20 km, op en neer. Ze maken een foto van ons en we nemen weer afscheid.

De nachten zijn helder en koel-zwoel en vol sterren, de Melkweg strekt zich in volle glorie boven ons uit, de maan is een opkomende kleine sikkel aan de westelijke horizon.
Waarom vinden Australiërs en Nieuw-Zeelanders het Zuiderkruis zo belangrijk? Een van de redenen is, dat de vijf sterren bijzonder in het oog springen, helder, vlak bij elkaar, en een kruisvorm opleveren. Ze zijn daarom makkelijk te vinden, en staan het hele jaar door aan de zuidelijke hemel.
In het verlengde van de horizontale as van het kruis staan op enige afstand twee heldere sterren uit het sterrenbeeld Centaurus, de zg. Pointer-stars. In november en december (zomer) staat het Zuiderkruis laag aan de hemel, op zijn kop, en in de loop van herfst/winter stijgt het omhoog, waarbij het in mei en juni, hoog aan de hemel staat. In de loop van de Australische winter/lente zakt het weer naar de horizon.
De kunst om het zuiden te vinden is om de lange as van boven naar beneden 4.5 keer te verlengen, uitkomend in een denkbeeldige zuidelijke hemelpool. Een rechte projectie naar beneden naar de horizon geeft het zuiden aan.

Via onze Sky Map herkennen we eenvoudig Taurus (de stier) in het westen, met in zijn buurt Orion (die we ook aan onze noordelijke sterrenhemel zien).
Ten oosten van het middelhoog staande Zuiderkruis (het is immers herfst in deze contreien) herkennen we Hydra, Centaurus en Lupus en onder het kruis zelfs het Triangulum Australe. Hoog aan de hemel nog de Kleine Beer en Leo en Cancer (Leeuw en Kreeft).
En elke nacht is momenteel sterrennacht, zelfs nu vier dagen later.
Op woensdag 22 april lopen we met schitterend weer, zo'n 21 gr. en half bewolkt, de beroemde Carnarvon Gorge in. Het is een brede kloof, uitgeslepen in de loop van miljoenen jaren, in een sediment plateau, dat 100 miljoen jaar geleden door tektonische krachten omhooggeheven werd. 30 Miljoen jaar geleden is daar door heftig vulkanisme nog een lava-basaltlaag van zo'n 400 meter hoog bovenop geladen.
Wat je nu te zien krijgt is een kleine, lieve rivier op basisgesteente stromend, met een oeverbassin van 100 meter links en 300 meter rechts, begroeid met gevarieerd oerwoud van hoge eucalyptus , zuidelijke sparren en een ondergroei van palmen, opklimmend tegen de helling en in zij-canyons, met daarboven uitkomend een zandstenen steile zware muur van zo'n 200 mt hoog, lichtgeel en bruin van kleur. En daarboven weer een plateau van zwart gesteente van enkele honderden meters hoog: een kleine canyon, een gorge.
We slaan af naar het Amphitheater, waar zich nog boomvarens bevinden, de oudste nog levende planten op aarde, dinosaurussen dwaalden hier doorheen, jagend op onze voorouders, eekhoornachtige zoogdiertjes.....
Ook klauteren we omhoog in Ward's Canyon, waar een kleine zijbeek tussen boomvarens en een zeldzame reuzenvarensoort (Angiopters Evecta) siepelt, met 6 meter lange bladeren. We wanen ons terug in een ver verleden.

De volgende morgen kan ik om 06.15 uur mijn bed niet uitkomen, ik voel me zeer slaperig en lichtelijk futloos. We slapen overigens als konijnen, zo diep en vredig; waarschijnlijk ben ik meer jet-leggerig dan Sieta, die ook thuis soms geen idee van tijd heeft!
Niet ver van onze plek op het Resort maakt de Carnarvon Creek een ruime meander. En daar is een plek bekend als de "Platypus Pool". De Platypus is het vogelbekdier, dat op enkele plaatsen in Australië en op Tasmanië nog te vinden is. Je kan hem het best spotten 's avonds vlak voor het donker of 's ochtends vroeg bij het eerste krieken.
De avond tevoren hebben we staan kijken en even een warreling in het water gezien, gevolgd door een bellenspoor. Meer niet... Maar Platypus had buiten Sieta gerekend. Zij kroop in de koude ochtendlucht haar bedje uit, waarbij ik weer in diepe slaap tuimelde. Ogenschijnlijk tien minuten later, in werkelijkheid 3 kwartier, kwam ze, vreugdekreten slakend en vol misbaar, de camper binnen struikelen. "Kijk eens" zei ze, mij de camera in mijn slapend oog duwend, "kijk eens wat ik gezien heb"! En jawel, zelfs met een half oog zag ik één, nee op een gegeven moment zelfs twee platypussen zwemmen, in en uit een hol onder een boomstam van vijf meter in de kant van de rivier. Op film en duidelijk....kermend zak ik terug in bed, Sieta's grijns verdwijnt die dag niet meer!
Platypus is één van twee soorten nog levende fossielen uit een ander tijdperk, het is een eier-leggend zoogdier, net als het kort-gebekte stekelvarken, Short-beaked Echidna, die dat ook doet en alleen in Australië voorkomt. De jongen groeien op in leer-achtige eieren gedurende drie maanden en moeder krult zich om de eieren heen. Als ze uitkomen drinken ze nog enige tijd melk bij moeders en na een half jaar mogen ze het zelf uitzoeken. De Platypus wordt tot 60 cm groot en gebruikt zijn grote eendensnavel om waterdiertjes uit de modder te trekken van de stroombedding.
Als troost voor mij beklimmen we 's middags de Boolinda Bluff, een klim van 200 meter door de zandstenen muur omhoog, via trappen en laddertjes, door een kloof, begroeid met palmen, struiken, varens, en al het moois hier, zoals een lief piepend vogeltje, gele bast met zwarte oogstreepjes, die we niet helemaal scherp voor de lens krijgen. De White-browed Scrubwren.
Aan het begin van de klim komt ons een tanig ouder stel tegemoet. Lang, lenig, beetje old-fashioned gekleed, evenals wij met hoeden tegen de zon uitgedost. We schatten ze in de zeventig. Zegt zij in het voorbijgaan:"You come from Northern Europe, I presume?" Zeggen wij:"Holland".
Zegt zij:"ik kan ook wel wat Nederlands praten. Jullie dragen korte broeken. Tegen een slangaanval dragen wij altijd lange broeken!"
Na deze terechtstelling raken we toch nog echt gezellig aan de praat. Zij komt uit Goes en heeft eigenlijk geen familie meer in Nederland. Toen ze vijf was is ze hier naar toe geëmigreerd en met haar moeder sprak ze altijd Nederlands. Hij komt uit Zwitserland. Als gepensioneerden trekken ze 4 maanden per jaar met auto en caravan door de Australische natuur. Ze zijn onderweg naar Cape York, dezelfde richting als wij. Ze doen aanbevelingen voor gebieden, die we zeker niet moeten overslaan, zoals natuurlijk het Great Barrier Reef en dat je naar het Outer Reef moet gaan, met b.v. Pro Dive een driedaagse boottocht vanuit Cairns. Maar b.v. ook naar het Lawn Tree Nat. Park, dat we al op ons lijstje hadden staan. Zelf gaan ze een zware trek doen naar de west-tropische natuur op Cape York. Ze rijden ook een zware Toyota en de Zwitser spreekt denigrerend over fancy B.M.W.'s en Mercedessen, die in de echte blubber en bij rivier-crossings niets waard zijn.
Enfin, veel geleerd in dit gesprek. Verder kwamen we in 2.5 uur niemand meer tegen! De Australische scholen zijn weer begonnen, het is overal, ook op de campings heel rustig. Wat een genot!
Eenmaal op het vlakke, beboomde plateau, krijgen we een adembenemend uitzicht over de Gorge en de rest van het groen-beboste nabije Queensland. Zover het oog reikt, bossen, heuvels, bergrimmen en verre toppen, geen dorp, geen kerk, geen weg te zien. Wat een ruimte en wat een heerlijke zuivere lucht om te ademen.

Gister, vrijdag, on the road again...Noordwaarts, op de Carnarvon Hw, dan de Dawson Hw naar Emerald. Een pastoraal landschap, een Little Eagle boven ons gefotografeerd, we stoppen bij de restanten van een Dakota, een Memorial opgericht ter herdenking van het neerstorten in 1943 van een toestel met Amerikaans-Australische bemanning, omgekomen in een zgn. elektrische storm. Ook dat kon in de oorlog.
Billboards langs de route met opschriften als "Traffic is another word for customers", " Road subject to flooding, indicators show depht", " Break the drive, stay alive" en "Stockdriving next 65 km".

We stoppen aan het eind van de middag in Sapphire, even ten westen van Emerald. Het is hier Gem Fossicking Area, oftewel edelsten all over the place, nog steeds wordt hier gemined. Her en der een Jewellery Shop. Niet voor ons, wij nemen een zaterdag rust. Het is ANZAC-day, een public holiday, helaas voor het werkvolk op een zaterdag, dus maandag zijn er mensen ziek, schrijven de kranten!
Op ANZAC- day herdenkt men de Australische en Nieuw-Zeelandse gevallenen vanaf de Grote Oorlog. Dit jaar is speciaal voor Gallipoli, 100 jaar geleden, de start van de Eerste Wereldoorlog voor de Aussies en Kiwi's, die voor het eerst militair opereerden voor het grote moederland, voor Engeland, en bij het Turkse Gallipoli met duizenden gedood werden door een ziedend Duits-Turks vuur, vergelijkbaar met D-day, waar ook een kustgebied vanuit zee ingenomen moest worden.
9000 Aussies en Kiwi's vonden de dood. Toch was dat feit de start van een Australische zelfbewustzijn, van heldendom, van vechten voor je land, in dit geval in dienst van de ultieme Engelse kroon.
Het Britse Commonwealth, dat nog steeds hoog in het vaandel, zelfs in de vlag staat.
Het is diengevolge stil op deze kleine campside in Sapphire, aan de beroemde Retreate Creek, waar de eerste saffieren tientallen jaren geleden gevonden werden.
Het brede beekdal achter onze camper staat 10 meter breed, 4 meter hoog, droog. Grote eucalyptusbomen vol vogels omzomen dit dal. De lucht is hoog en blauw, we hebben een dag geschreven, het is 28 gr. in de schaduw van de camper. Een grey Butcher-bird zat een kwartier op mijn schouder, Rainbow lorikeets vliegen krijsend op en neer...
Morgen onderweg naar Townsville aan de kust, 650 km. naar het noorden...Eerst nog maar een stop in Charters Towers.

G'day, mates, nice and easy.....! Enjoy your King's day!

  • 27 April 2015 - 15:15

    Nicolette Hooijschuur:

    Wat een verhaal! Ik heb er van genoten.

  • 27 April 2015 - 15:15

    Nicolette Hooijschuur:

    Wat een verhaal! Ik heb er van genoten.

  • 27 April 2015 - 22:27

    Bep:

    Wat een prachtig ruimhartig verslag van jullie ervaringen. Ik geniet van de mooie uitleg over het zuiderkruis en de beschrijvingen van de moeite die Sieta doet voor het vereeuwigen van bijzondere dieren. Keep cool!

  • 28 April 2015 - 00:19

    Cor:

    Apollo was het eerste naam wat mij ook weer herinnert aan ons bezoek aan Australië. Geniet er van. Ik geniet van jullie verslag.

  • 28 April 2015 - 13:00

    Berend Lania:

    Geweldig, wat goed geschreven., je ziet je buitenkeuken hangen. Geniet ervan.
    vind het fijn om het de verslagen te ontvangen.
    Warme groeten
    Berend

  • 28 April 2015 - 16:43

    Tonny En Piet:

    Leuk om te lezen jullie vakantie ervaringen !
    Groetjes!

  • 28 April 2015 - 17:52

    Jaap Blaakmeer:

    Prachtig, beeldend verslag -is Siep wel toevertrouwd - met voor ons zoveel herkenbaars (kangeroes, Brisbane City bus) . We zijn jaloers op Sieta; wij hebben op een platypusplek alleen maar een schildpad gezien. Pas op voor de eucalyptusbomen; die laten zomaar heel grote takken vallen.

  • 28 April 2015 - 20:20

    Thomas:

    Ik was nog nooit in Australië geweest maar heb na het lezen van dit "beknopte" verslag het idee of ben ik er met vakantie. Tige tank, blijf schrijven en geniet!!!

  • 29 April 2015 - 18:59

    Sonja:

    Wat mooi geschreven! Maar ben nu wel benieuwd naar die worstenboom!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Sapphire

Siep en Sieta

Graag reizend echtpaar!

Actief sinds 24 Feb. 2015
Verslag gelezen: 380
Totaal aantal bezoekers 6785

Voorgaande reizen:

15 April 2015 - 03 Juni 2015

Via Australis

Landen bezocht: